vrijdag 16 december 2022

GAST-AUTEUR

robertus baeken, die de vader is van don vitalski, schreef het boek "leonard en ik", over zyn nonkel leonard, de fameuze beeldhouwer. hier de laatste aflevering van deze mémoires.

prent: Leonard laatst aan het werk.

LEONARD EN IK

door Robertus Baeken


86.

Precies een week later belde mijn moeder me op. Voor ik de hoorn opnam, wist ik het al: Leonard is dood!

   Hoe het precies gegaan was, vernam ik ‘s anderendaags. Op vraag van de familie schreef ik een afscheidstekst. Ik was alleen thuis, en terwijl ik de woorden op papier zette, heb ik al mijn tranen de vrije loop gelaten. Het luchtte me op dat ik over hem alleen goede, mooie dingen kon zeggen en geen woord moest verzwijgen.

Leonard, beste vriend,

Wij hebben allen van jou geleerd wat zachtmoedigheid is en eenvoud en welke rijkdom er ligt in tevreden zijn met weinig.

Beter dan hoge woorden dat kunnen, hebben wij van jou geleerd: hoe onuitputtelijk de wereld is die in onszelf begint, zoals in jouw kleine atelier waar zoveel schoonheid is gebeiteld - het mirakel van een begenadigd kunstenaar, in stilte en je eentje volbracht.

Wij hebben nog wel jouw sprekende beelden, maar ’t zal hard zijn om niet meer bij jou te kunnen aanbellen, je vriendelijke blik te moeten missen en in de gesprekken je vrolijkheid, je belangstelling en bemoedigende knikje voor ieder.

Rust zacht, mijn waarde vriend, want zoals je zelf zei: ‘Het leven en de dood zijn één. Alles duurt eeuwig!’


Bijna een jaar later ben ik op zoek gegaan naar zijn graf. Dat was eind januari. Het had pas hard geregend en er waaide een stormachtige wind. Ik vond een zerk met zijn naam erop in koperen letters. Van de steen richtte ik mijn ogen naar boven, naar de zwiepende takken van de nabije reusachtige bomen, en naar de voortjagende wolken hoog boven het Kempense vlakke land. En zo, met de blik naar de verlorenheid van het onmetelijke, vroeg ik me af waar Leonard nu was. Tegelijkertijd bedacht ik dat dit onmetelijke een onderdeel was van de oneindigheid, die ik eveneens in mij had, precies zoals daar ook een ruime plaats bestond voor mijn herinnering aan hem.

   Ik ben toen weggegaan. Ik zag dat er in wezen niets veranderd was, dat er nooit iets zal veranderen. Voor mij is Leonard niet dood. Ik denk aan hem zoals ik vroeger aan hem dacht. Mij staat dan altijd de schoonheid en de kracht van een zachte en beminnelijke man voor de ogen. Alleen is het intussen al wat geleden dat ik nog eens bij hem in zijn atelier op bezoek ben geweest. Misschien kan het nog wel enige jaartjes duren, maar ik weet dat hij op mijn komst wacht. Aan geduld heeft het hem nooit ontbroken. En voor de eeuwigheid bestaat alles immers binnen één dag, één uur, één oogopslag.

   Wij waren echte vrienden, iets wat je zelden tegenkomt. Voor dit onnoemelijke voorrecht zal ik het lot altijd dankbaar zijn. Waar hij ook is, mijn hart blijft met hem spreken. Het hoort en ziet deze kerel uit één stuk, deze enige vriend; hem en zijn uniek geschenk aan de wereld: zijn heel persoonlijke werken. Ik heb het hier over de plaats bij het kruispunt en het moment van een onvergetelijke ontmoeting: het wonder waarin een onbevangen ziel zich in de kunstenaar herkent en tot de slotsom komt dat die éne, allesomvattende wereld van leven en dood in al zijn dimensies van waarachtige eenvoud, ook zijn grootheid is, ja, hem altijd heeft toebehoord.


- EINDE-

2 opmerkingen:

Serge zei

Salut, Nonkel 'Nard.

Anoniem zei

Merci om dit mooie boek te delen.