6e episode
De kamer beantwoordde aan Josephs voorstelling van een degelijk ouderwets hotel. De eerste aanblik van het interieur riep zelfs de herinnering op aan een bekende Matisse. Een rond tafeltje met bloemen en roodgelakte stoel droeg bij tot de sfeer van een verrukkelijk stilleven. Daar waren de horizontale strepen der neergelaten jaloezieën, het reliëf van de lambrisering waarover, door de zijdelingse lichtinval bij het openen van de deur, grillige arabesken speelden. Voor het venster stond een zitbank. Een halfnaakte, weelderige Pomona had erin kunnen plaatsnemen om, zoals bij de Matisse, hem met opgeheven arm het weldadige vlees te tonen. En Joseph zou haar dankbaar geweest zijn. Want dit was het uur en de plaats van een grote verlatenheid.
In de schemer laveerde hij naar het venster. Het lukte hem tussen de jaloezieën naar beneden in de straat te kijken. Zijn gezichtsveld besloeg slechts een deel van het trottoir aan de overkant: net genoeg om recht tegenover het hotel met een innerlijk schokje de zwarte aanwezigheid op te merken van een hoed waarvan de rand minstens zo breed voorkwam als die van de borsalino in de trein. Misschien wou het toeval dat diezelfde reiziger, op zoek naar een hotel, ook zijn richting was uitgegaan; wat meteen verklaarde waarom hij op de hielen werd gezeten.
Gerustgesteld knoopte Joseph zijn das los, gooide zijn vest op de zitbank, strekte zich met een zucht uit op het eenzame bed. Verkrampte spieren werden als eindjes touw losgelaten. Het gevoel betastte zijn ledematen, luisterde naar het trager wordend geruis van de balg in zijn borst, leidde uit de oude, stekende pijn in zijn linkerknie een hoge graad van vermoeidheid af. Feitelijk hadden de reis en het lopen hem zodanig uitgeput dat hij beter zou gaan slapen. Maar de zwaarte in het hoofd waarmee hij graag vol overgave in de kussens zonk, ontbrak vooralsnog. Bovendien had hij zich voorgenomen nog vanavond een kijkje te nemen in de rue du Bac, waar de student woonde.
Na al het rumoer hielpen de rust en de kalmte binnen het gebouw hem snel op adem te komen. Verder werd hij vooral geconfronteerd met zijn innerlijke toestand die hem, door de wijze waarop hij thuis vertrokken was, eerder ongelukkig toescheen. Hij miste de aanwezigheid van Isabelle. Hij stelde zich haar verschijning voor in de kamer en hoe ze met de nodige commentaar zijn valies zou leegmaken en de kleren in de kast ophangen. Hij herinnerde zich de blijde momenten waarbij hij bedolven werd onder zeventig kilo tederheid.
Iemand betrad de gang. Hij had het kunnen voorspellen: de Borsalino passeerde zijn deur. Daarop volgde het metalen geluid van een kettinkje dat de kamersleutel met het nummerplaatje verbindt. En, nadat de voetstappen ophielden, het draaien van de sleutel in een slot. Volgens Joseph nam hij de eerste deur, - niet de laatste op het einde van de gang.
(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen:
Een reactie posten
reageer hier en nu