maandag 6 maart 2023

GAST-AUTEUR


6e episode

De kamer beantwoordde aan Josephs voorstel­ling van een degelijk ouder­wets hotel. ­De eerste aanblik van het interieur riep zelfs de herinnering op aan een bekende Matisse. Een rond tafeltje met bloe­men en roodgelakte stoel droeg bij tot de sfeer van een verrukkelijk stilleven. Daar waren de hori­zonta­le strepen der neergelaten jaloezieën, het reliëf van de lambrisering waarover, door de zijdeling­se lichtinval bij het openen van de deur, grillige ara­besken speelden. Voor het venster stond een zit­bank. Een halfnaakte, weelderige Pomona had erin kunnen plaatsnemen ­om, zoals bij de Matisse, hem met opgeheven arm het weldadige vlees te tonen. En Joseph zou haar dank­baar geweest zijn. Want dit was het uur en de plaats van een grote verlatenheid.

   In de schemer laveerde hij naar het venster. Het lukte hem tussen de jaloezieën naar beneden in de straat te kijken. Zijn gezichts­veld besloeg slechts een deel van het trottoir aan de overkant: net genoeg om recht tegenover het hotel met een innerlijk schokje de zwarte aanwezigheid op te merken van een hoed waarvan de rand minstens zo breed voorkwam als die van de borsalino in de trein. Misschien wou het toeval dat diezelfde reiziger, op zoek naar een hotel, ook zijn rich­ting was uit­ge­gaan; wat meteen verklaarde waarom hij op de hielen werd gezeten.
    Gerustgesteld knoopte Joseph zijn das los, gooide zijn vest op de zitbank, strek­te zich met een zucht uit op het eenzame b­ed. ­Ver­krampte ­spieren wer­den als eindjes touw losgela­ten. Het gevoel betastte zijn ledema­ten, luisterde naar het trager wordend geruis van de balg in zijn borst, leid­de uit de oude, steken­de pijn in zijn lin­kerknie een hoge graad van ver­moeidheid af. Feite­lijk hadden de reis en het lopen hem zodanig uitgeput dat hij beter zou gaan slapen. Maar de zwaarte in het hoofd waar­mee hij graag vol overgave in de kussens zonk, ont­brak vooralsnog. Bovendien had hij zich voorgenomen nog vanavond een kijkje te nemen in de rue du Bac, waar de student woonde.

   Na al het rumoer hielpen de rust en de kalmte binnen het gebouw hem snel op adem te komen. Verder werd hij vooral geconfronteerd met zijn inner­lijke toestand die hem, door de wijze waarop hij thuis vertrokken was, eerder ongelukkig toescheen. Hij miste de aanwezigheid van Isabelle. Hij stelde zich haar ver­schijning voor in de kamer en hoe ze met de nodige commentaar zijn valies zou leegmaken en de kleren in de kast ophangen. Hij herinnerde zich de blijde momenten waarbij hij bedolven werd onder zeventig kilo teder­heid.

   Iemand betrad de gang. Hij had het kunnen voor­spellen: de Borsalino passeerde zijn deur­. Daarop volgde het metalen geluid van een kettinkje dat de kamersleutel met het nummer­plaatje verbindt. En, nadat de voetstappen ophielden, het draai­en van de sleutel in een slot. Volgens Joseph nam hij de eerste deur, - niet de laatste op het einde van de gang.


(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: