zaterdag 25 juli 2015

ingezonden kortverhaal,- door victor glorieux



jonathan druyts, een personage dat werd verzonnen door victor glorieux, een nonkel van vitalski, bevindt zich in syrie, om zyn geliefde terug te vinden. momenteel wordt hy evenwel beschoten, zelf weêrloos in een land-rover zittende...




min of meer automatisch liet onze held zich uit de mobiel wegtuimelen. in opnief die helse, piepende, schurende windhozen van overal, tegen de zandgrond neêrsmakkende, vernam hy tevens weêr zo'n granaten-salvo;"bra-tra-tra-tra-traaaaaahhh!!"

    zich in zithouding bevindende achter het stuur van dit belaagde vehikel, was een mens wellicht nog méér kwetsbaar dan hierbuiten - doch wél kon hy dan tenminste nog proberen te maken dat hy wegkwam. desalniettemin kroop jonathan hier nu op handen en voeten over de grond; namelyk omdat hy, lezers, dat menselyke slachtoffer, die arme drommel die hy was, wilde checken, die aan die ketting aan die trekhaak hing. kon hy met een levende mens op sleeptouw, toch wél gas durven geven? misschien wel, nu de nood zo hoog was - "maar," aldus flitste dit door hem heen, "maar misschien," zo dacht hy, "misschien is dit een valstrik..." ja, hier alles by mekaâr, beste lezers: misschien was deze gehele, afgryselyke situatie met opzet op déze manier in mekaâr gezet: juist met de bedoéling dat jonathan zich aan zo'n misdaad zou vergrypen; om daarna hem te kunnen beschuldigen - waarvan? wist hy veel, àlles was mogelyk, niet het minst in syrië...
    nog steeds terwyl hy beschoten werd, was hy ermeê doende, het achtersteven van de land-rover te genaken. een turkse paspop myn ballen - die lemarc, toen die nog leefde, was een integraal leugenzak: wel degelyk, immers, hing daar een kreunende, bloedende, volwassen ogende man aan die ketting, in gescheurde, zwarte kleêren, en met een korte, donkerzwarte puntbaard. vanonder het veelvuldige bloed op zyn aangezicht, zag hy jonathan aan met één oog, iets prevelend in een taal die misschien niémand verstond. "het spyt me," zei jonathan alleen maar. de mens prevelde voort, biddend, jammerend - totdat er opnief op los werd geschoten; "bra-tra-tra-tra-traaaaaahhh!!"
    op een verre, gryze bergkam, die zich daar verhief, openbaarde er zich een stel militaire vrachtwagens, komende in hun richting. "het spyt me," zei jonathan maar weêr. hy dacht er natuurlyk wel aan om die kerel los te maken - maar hy zag geen manier...
    hy rende naar voren, kronkelde de wagen terug in, duwde lemarc naar opzy. hy zette zich achter het stuur, draaide de contactsleutel goed - en begon gas te geven. eerst reed onze held twintig kilometers per uur, maar daarna vyftig - algauw reed hy vlugger dan hy dit op een belgische autosnelweg zelfs in noodtoestand zou hebben aangedurfd (hier, in het uiterste noorden van syrië, meldden er zich dan ook wel, kennelyk, véél minder tegenliggers...)