woensdag 12 augustus 2015

column streekkrant editie kempen


KASTEELTJE TURNHOUT

Het zogenaamde "Klein Kasteeltje" van Turnhout, vlakby de Warande, heeft àltyd een zeer dubbelzinnige uitstraling gehad. Oorspronkelyk was het een grimmige verdedigingsburcht, zo getuigen nog steeds de wateren die er rondheen vloeien en de restanten van de zware ophaalbrug. Maria Van Hongarye liet het in de zestiende eeuw ombouwen tot een kuuroord, een zogeheten "Hof Van Plesanterie", maar een paar honderd jaar later maakten de Franse bezetters er een rechtbank en zelfs een gevangenis van. Wie vandaag stilstaat om het bouwwerk aandachtiger te bekijken, zal lachen maar huiveren tegelyk. Mooie, frisse, pas opgewaardeerde steentjes en vinnige boogramen, doch middenin een stugge donjon. Het ding schynt ook volstrekt niet toegankelijk voor buitenstaanders - tenminste: in de veertig jaar dat ik er nu, by tyd en wyle, passeer, heeft er nog nooit een glimlachende hostess gestaan om my naar binnen te nodigen, zelfs niet met de vieringen van "De Slag Van Turnhout", toen andere geheime plekjes wél werden opengegooid (de Watertoren, de "Krokodillengang" van het Heilig Graf.) (Als geile puber dacht ik altyd: ik wou dat Ik die krokodil was...)

Het Kasteeltje staat vandaag alweêr in het nieuws, niét vanwege één of andere assisenzaak, maar omdat er een snoodaard meê doende is geweest, olie in deze slotgracht te dumpen - niet één ofte twee kleine frietketeltjes vol, maar wel in gigantische kwantiteiten, genoeg om de brandweer ervoor uit stal te jagen.

De pomp- en zuigwerken waren juist bezig, toen ik er voorbyliep. Het uitzicht stemde my integraal somber. Dat komt: toen ik een jaar of zes was, zeker niet veel ouder, toen had ik eens, aan de schietkraam van de augustus-kermis van Turnhout, een speelgoedcamion gewonnen. Fier als ik was op deze prys, had ik het ding al uitgepakt nog terwyl we weêr naar de parking liepen. Aan de slotgracht, waar we passeerden, zyn er zeer grimmige trappen, die je rechtstreeks het pikzwarte water in leiden; op die trappen argeloos spelende, zag ik deze speelgoedcamion naar beneên ryden - en voorgoed door deze slotgracht worden opgeslokt!! Nog àltyd denk ik daar met ontzetting aan terug, télkens ik daar kom... En nu ik die brandweerlui daar in de weêr zag, met ladders en stofzuigers, kon ik het niet laten om ze te gaan lastigvallen; "Zouden jullie gelyk eens kunnen checken, of daar nog altyd, na exact veertig jaar, een zekere speelgoedcamion zou kunnen liggen van my, ergens zéér diep onder de bodems daar…"
    "Ja maar," zei de bevelhebber van de brandweêr. "Als we dat speelgoed terugvinden, kan je dan bewyzen dat het zéker van jou is? Kan je een certificaat of zo voorleggen? Anders heb je d'r nog niets aan."



Geen opmerkingen: