DE FRAGMENTEN VAN
HET SLANGENMENS
feuilleton in 20 afleveringen
door don vitalski
15.
en zo was dus ook, uiterst zydelings, gedurende maar een handjevol seconden, het lot ter sprake gekomen van rudolf gregorius, de menselyke neusvogel. op een paar minuten tyds hadden ze een stuk of honderd zeer dikke notitieboeken helemaal doorgewerkt, het slangenmens kon lezen en spreken tegelyk, hy kon zeven boeken tegelyk lezen en op datzelfde moment ook in zeventien stemmen door mekaâr spreken, wat voor de oude robot soms wat veel was, maar zo kwam het dat zelfs het slangenmens zélf op den duur uitriep:"halt! laten we misschien toch eventjes een pauze nemen!" waarop hy, niét met zyn vingers, maar wel met de tenen negentien tenen aan één van zyn voeten, van érgens (van waar precies?) een stukje kurk tevoorschyn pakte, en de oude robot om een lucifer vroeg. toen, daarmeê bezig zynde, was het gebeurd dat de neusvogel ter sprake kwam.
het begon harder te regenen.
hoe laat was het? het was halfvyf in de namiddag... maar nergens, eender waar ze keken, deed er zich een gelegenheid voor waar ze zouden hebben kunnen schuilen - dwz de oude robot en de neusvogel; komende van de caravan van de giraffe; ze ploeterden voort door de tochtende, neen hàrd waaiende schemering, byna plat op hun aangezicht voorover vallende by iedere pas.
"maar wat," zo vroeg de vogel, "wàt is er dan over my gezegd!" en hy sprak:"ik wil dit weten, ik ben daar klaar voor! ik heb myzelf nooit ontzien!"
"het slangenmens," zei de oude robot, "heeft my een klein, houten popje laten zien, dat érg hard aan jou deed denken... goed, dat wist je nu al... maar," ging 'ie voort - maar dan toch deed 'ie er het zwygen toe.
"zeg het!" zei de vogel.
"het slangenmens maakte voor my een tekening van het circus - een plattegrond, bedoel ik, van het belangrykste middengedeelte van het circus. en toen..."
"wat deed hy toén? zeg het!"
in de verte kwamen er nog andere, grotere vogels voorby gerend. vliegen was niet meer haalbaar, het noodweêr brak uit. takkenbossen zwiepten, het donderde - maar gelukkig: echt door-regenen, was nog niet aan de orde; alleen die snydende droppels wel, de gehele tyd op hun lyf en leên.
"die plekken waar jy geweest bent, die heeft het slangenmens allemaal aangeduid. de leeuwenkooi van de leeuwentemmer. de kapel van de prediker. de vallei van de hangenman. en waar was je nog? die taverne die ze noemen, de oranje houtzagery... op al die plekken heeft 'ie jouw poppetje neêrgezet..."
"dus - hy weet àlles over my??"
"wel - zelfs kreeg ik de indruk - dat 'ie ons op die manier aan het besturen is zelfs, helemaal."
"ons? hoe bedoel je, dat die ons aan het besturen is?"
"wel - ik wil zeggen; dat 'ie dus eigenlyk jou aan het besturen is. hy zet jou naar links - en dan gà jy naar links. hy zet jou naar rechts - en dan gà jy naar rechts."
"je... je laat my lachen?"
"hy scheen ook te kunnen weten," zei de oude robot met afgryzen, "dat je later nog, straks nog, by doctor strausius zou komen aan te kloppen."
"dus... jullie weten zelfs wat er my te wachten staat?"
de oude robot zei niets meer. hy wilde gaan liggen - maar gaan liggen, was op geen manier aan de orde. ze konden niet anders dan blyven voortstrompelen.
"wat gaat er dan nog gebeuren met my!" vroeg rudolf gregorius, de menselyke neusvogel - totdat er zich, meteen daarop, een buitengewoon krachtige bliksemschicht liet waarnemen, vele verre luchtmylen in de allerhoogste verte; waar een eenhoorn present scheen, die kennelyk bezig was met keihard, naar de bodems helemaal neêr te storten...
WORDT VERVOLGD
Geen opmerkingen:
Een reactie posten