toen ik een jaar of tien was, kwam ik te verkondigen dat franz schubert (1797-1828) myn lievelingscomponist was; waarom precies, dat wist ik waarschynlyk niet; zeker vond ik de naam "schubert" iets komisch hebben, en mogelyk wilden-ik iets in stelling brengen tegen m'n vader, die àltyd mozart speelde; ook kenden-ik de voor "barry lyndon" gevulgariseerde versie van opus 100, waar ik als kind eens één keer, op myn kamer op de grond liggende, werkelyk tranen om verplengde, optenief niet wetende waarom precies.
nu, zovele jaren nadien, mag gesteld dat ik toentertyd, als onhebbelyke snotaap, nog slimmer was dan ik toen zelf al wel hoopte; het uiterst vermakelyke boek lezende dat is getiteld "nietzsche contra wagner", kwam ik alinea's tegen waarin nietzsche wagner totààl afmaakt met frazen als deze:"alles wat aan wagner zo weelderig lykt, is in waarheid een gevolg van zyn ontembare vrekkigheid." de proef op de som nemende, ging ik te bed met "tannhäuser" in myn koptelephoon - en, inderdaad, allemachtig: wat snàkten myn twee oren reeds na een paar minuten tyds naar échte muziek - naar spànnende muziek - naar het strykkwintet van schubert!
het strykkwintet van schubert!!
jezus - dàt strykkwintet is het tegenovergestelde van valse muziek, van valse pathos en pretentie, en wat al niet...
hoe kàn zo'n goddelyke muziek ooit door mensenhanden zyn vervaardigd??
die gehele schubert kan je trouwens met je hersenen niet by, ook zelfs kwantitatief is die even onbegrypelyk als mozart, die moet 28 jaar lang echt 20 uurs per dag aan het noteren zyn geweest...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten