door onze correspondent robertus baeken, vanuit de korenvelden van salem...
45.2.
Nadat de voorste muur en het pad een rechte hoek had gemaakt, werd onze aandacht getrokken door het getik van hamers en truwelen doorheen een warrige vlecht van zware mannenstemmen. Vier metselaars waren rustig bezig een oude bres in de muur met vers aangevoerde stapels antieke baksteen dicht te mortelen. Onder het voorwendsel mijn Frans te oefenen, bleef ik geïnteresseerd staan wachten om bij de eerste gelegenheid een praatje te slaan. Ik wees naar enkele kogelinslagen in de muur. Volgens de oudste, die de bakstenen één voor één naar boven aanreikte, was dit domein tijdens de tweede wereldoorlog het hoofdkwartier van de Duitsers geweest. Hun opdrachtgeefster was een stinkend rijke, Nederlandse madame. Zij zou het landgoed vorig jaar hebben aangekocht en nu wilde zij haar bezit, zowel binnen als buiten, weer in de oorspronkelijke staat herstellen. Deze bres en nog een aan de achterkant van het domein, zouden de gevolgen zijn van het laatste Ardennenoffensief.
Lucretia wilde weten wat die ouwe gezegd had.
‘Ach ja, ’t gaat alweer over geschiedenis. Lang voor ons is hier zwaar gevochten. Met duizend geweren. Tanks. Kanonnen.’
‘Volgens mij heeft hij meer gezegd!’
‘Dat is waar, maar ik verstond er nauwelijks een woord van. In plaats van elegant Frans kreeg ik louter koeterwaals te horen: jawel, onverstaanbaar Chinees uit Mantsjoerije.’
WORDT VERVOLGD...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten