halftien in de voormiddag. alleen nog die éne, perfectionistische leerling, die gerust, vanachter in het lokaal, zyn tyd mag nemen, voor dat allerlaatste examen, fysica. omdat daar weinig toezicht voor geroepen is, plus omdat ik vannacht, door de komst van twee langpootmuggen, geen vier uurs heb geslapen, vallen myn ogen langzaam dicht, voor eventjes. de schoolmeester die slaapt... precies op dat onverhoedse moment weêrklinkt daar, van beneden uit (wy weten ons op het tweede), het schrille gezang van kleuters; meteen àchter deze schoolgevel is immers de kleuterafdeling. een twintig- of dertigtal drie- en vierjarige kindjes, netjes tezamen in koor; "jankie, jankie, pas toch op; kyk, de wolf is daar,"- en dit, keer op keer... o ongenadige weêmoed, als uit het allerdiepste middelpunt van vergetelheid!... styg naar my op als een verdorven nevelsliert... aanraakbaar in zyn zuiverste sterfelykheid... de ene generatie na de andere die argeloos opkomt om open te bloeien maar dan weêr ondergaat, honderdduizenden jaren lang aan één stuk door, hoe verpletterend... als met los zand aan mekaâr geknoopt middels kindermuziek - ach, valse begoocheling... dat argeloze van die kinderstemmetjes die zingen...
"het is tien uur, stef."
"ik ben ermeê klaar."
"goed zo..."
"-heb je nu vacantie?"
"jawel, meneer."


























Geen opmerkingen:
Een reactie posten