donderdag 21 september 2023

GASTAUTEUR

13.
EEN HOOFD TE VEEL, EEN HOOFD TE WEINIG

Zijn bezigheid nam Joseph zozeer in beslag dat hij de twee heren, midden het gazon, niet had opgemerkt. ‘Reinhout!’ riep Detiège boven het gebrom van de grasmaaier. En toen het toestel stilhield: ‘Wij hadden aangebeld. Dit is de heer Malky, onderzoeksrechter.’ De man bleef op afstand.
   Joseph stelde voor naar binnen te gaan.
   ‘Dat lijkt ons ook het beste.’ De heren stuurden elkaar een blik die ­weinig goeds voorspelde.
   Ze liepen langs het tuinpad. ‘Zijn er nieuwe elementen?’
   ‘Ja!’ zei Malky droog. Verder niets.
   ‘Kijk niet naar de rommel. Mijn vrouw is weggeroepen. Ik verwacht haar gauw weer thuis. Neem een stoel!’
   De mannen namen plaats aan tafel. Malky schoof direct een foto naar voren. Zijn stem haalde uit, kwam neer als een gebalde vuist. ‘Het bewijs dat u hebt gelo­gen!’
   Nog harder trof Joseph het troebe­le beeld onder zijn ogen. Hij hapte naar lucht. ‘Daar vreesde ik al voor. Ik ben in de val gelokt, - niet betrapt!’ Hij realiseerde zich het bela­che­lijke van zijn verweer.
   ‘U ligt bovenop een halfnaakte vrouw. U zoent haar hals. Als u nog langer ontkent haar minnaar te zijn, dan noem ik u een vuile leugenaar! Waarom hebt u haar omge­bracht?’
   ‘U fantaseert!’
   ‘Alles is tegen u, mijnheer Reinhout. Waar bent u betrapt?’
   ‘In een Kalmthouts boshuisje waar de meeste van mijn opnamen voor Derycke zijn gemaakt. U ziet ook hier...’ De telefoon begon te rinkelen; om die reden herhaalde Joseph luider: ‘U ziet ook hier het dressoir. Maar dit is allemaal geënsceneerd! Wilt u mij arresteren?’
   ‘Nee! Toch gaat u niet meer zonder toestem­ming naar het buitenland. De Zwaan, - zegt u dat iets? Waarschijnlijk is het een koosnaam.’
   ‘Nooit van gehoord. En die andere namen op de lijst?’
   ‘De meesten zijn ondervraagd. Allemaal gefor­tuneerden, die ooit voor mevrouw Deryckes diensten hebben betaal­d.’
   ‘Dat vermoedde ik al! Carlyle Hopper kan u sch­rappen. Hij is dood!’ Joseph wees naar de krant, die nog opengevouwen op tafel lag. 
   ‘Neemt u niet op?’
   Joseph spoedde zich naar de vestibule.
   ‘Hallo met Harry! Luister Jos, je mag het hele zaakje vergeten. Jouw voorganger aan het loket was ene Swaens, uit Haasdonk.’
   ‘Hoe ben je daar zo vlug achter gekomen?’
   ‘Via een belangrijke relatie. Meer kan ik er niet ­over kwijt!’
   Net toen hij uit de vestiaire kwam, gaf Malky de krant aan zijn collega door. ‘Een hoofd te veel, een hoofd te weinig,’ luidde zijn commentaar.
   Voor één keer wenste hij dat Isabelle nog wat wegbleef. Het zou een ramp zijn als zij deze aanstootgevende foto zag. ‘Wie is De Zwaan?’
   ‘Dat vragen we juist aan u. Zijn naam duikt op elke pagina van haar agenda op. Maar nergens een adres of telefoonnummer!’
   Nu had Joseph al een link gelegd tussen Sw­aens en De Zwaan; maar als hij graag had dat ze opstap­ten vóór Isabelle thuis­kwam, zou hij daar beter over zwijgen, geen verdere verklaringen afleg­gen, of vragen stellen.

(WORDT. VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: