74.
Zelfs een duwtje bleek niet nodig. Gezwind verhief hij zich van de grond. Hij had de volgorde van de kamers nog in zijn hoofd, en de plaats van de lichtschakelaar op de overloop.
Hij opende de voordeur. De kroonluchter zette de ruime gang in een fel licht dat de mysteriën van het duister wel kon verjagen, maar niet de in het hele huis voelbare aanwezigheid van een dode. Hij liet Detiège als eerste het kantoor binnengaan. Ook liet hij hem een stoel verschuiven en bovenop de schrijftafel klimmen. ‘Pak hem aan, Reinhout!’
Joseph ving het lichaam op en legde het neer: een loodzware, volle tas, door kleren ingepakt dood vlees. Tot zijn afgrijzen bemerkte hij daarin een scheur: een opengetrokken ritssluiting waarlangs het lid van de dode onder de last van een aangeknoopte steen als een langgerekte slurf naar buiten hing. Met behulp van Detiège strekte hij het stijfkoude vlees over de vloer uit. Tegelijk met dit gebeuren dwarrelde er een beschreven vel naar beneden. Joseph overhandigde het aan Detiège. Die had veel tijd nodig om het te lezen. ‘Een schuldbekentenis.’
Terwijl Josephs ogen op zijn beurt langs de regels gleden, was het of hij een snavel hoorde opklinken. Hij had moeite in de oprechtheid van de boodschap te geloven.
‘God Heer, ik heb gefaald, vergeef me! Om me op Kitty te wreken heb ik De Zwaan afgemaakt. Jammer dat zijn labrador er ook aan moest geloven. Die moordenaar kreeg zijn verdiende loon. Mijn schuld ligt elders. Ik hoef het niet te zeggen: U alleen weet het, precies zoals mijn hart het wist toen Chevaliers vrouw, bang van Reinhout of de politie, mij ook verliet. Heren van het gerecht, laat Carlyle en zijn Doris met rust. Hen treft geen schuld. Hun slachtoffers waren al dood. Over Reinhout kan ik het mijne zeggen. Naar de letter van de wet is hij onschuldig. Maar in menselijk opzicht meen ik dat hij heeft gefaald, zoals ik.
Schenk het zoontje van De Zwaan een rustig geweten. Laat hem verder naar school gaan. Met deze schenk ik hem honderdduizend euro van mijn nalatenschap om zijn door mij aangedane leed en het financiële verlies van zijn moeder te compenseren. Vanuit de diepten roep ik Heer, ontfermt U over mij!’
(WORDT VERVOLGD...)


























Geen opmerkingen:
Een reactie posten