maandag 21 maart 2016

column "bellissimo" deze week

LACHEN

Ik ben het eens met de Engelse humorist John Cleese wanneer die zegt dat humor een griezelig ding is. “Ik ben opgehouden met grappen maken van zodra ik inzag wat erachter zat.” Lachen is altijd een gevolg van gevaar dat ons bedreigt, maar dat wij intussen weer hebben zien passeren; zodat de gestresste spieren, plotseling opgelucht, weer vrij mogen. En ja, ook een woordspeling kan ons effectief angst aanjagen. We vrezen het onbekende, we voelen ons bevrijd wanneer we tot inzicht komen. Het ogenschijnlijk krankzinnige, door onze intelligentie ineens overmeesterd. We lachen graag met de afwijkingen van een ander, omdat we bang zijn van onze eigen kwetsbaarheid. Parel op de kroon in de tempel van humor is dan ook, met overschotten, het genre van de zelfspot. Wie zichzelf eerlijk kan beklagen op een appetijtelijke manier: die hoort het Koninkrijk Gods.

Wie was de uitvinder van de humor? De oudste grap ter wereld moet nog worden opgegraven, het enige dat we er rekenkundig over aan de weet komen, is dat de oergrap zeker, als de moeder van alle grappen, buitentalig is. Dat is duidelijk, omdat ook velerlei diersoorten lachen. Honden lachen zeer diep vanbinnen wanneer ze hun baasje horen thuiskomen. De woelrat giechelt ultrasonisch als deze met liefde gekieteld wordt. En natuurlijk kunnen in zo’n rijtje ook de dolfijnen niet ontbreken – bijna vervelend eigenlijk. Met diverse meetapparaten voor onder water, hebben Canadese wetenschappers onlangs deze ‘conversatie’ geregistreerd tussen twee volwassen mannetjesdolfijnen:“Waarom... Willen lesbiennes... Reïncarneren in een walvis – Ik weet niet?... Omdat... Omdat ze dan een tong hebben van drie meter... En - een gat in hun achterhoofd om asem door te halen... Blup...” 


Nog een bewijs waarom lachen ouder is dan taal: ook baby’s lachen. Aannemelijk is een lachende baby het meest fantastische dat er bestaat. Doorgaans beginnen baby’s al te lachen vanaf hun vierde maand. In de tijd kort voor ze naar het eerste kleuterklasje moeten, krijgen baby’s gemiddeld veertig lachbuien per etmaal. De allerprilste lach kan door een baby al worden opgebracht op de zeventiende dag van zijn leven. Als humorist ben ik wellicht de meest bekritiseerde van mijn generatie, maar mijn zelfvertrouwen zal toch nooit meer stuk kunnen, sinds het compliment dat ik eens kreeg van een vrouw die mij aanklampte: tijdens een van mijn voorstellingen was ze zo erg aan het lachen, dat ze meteen naar buiten moest: om te gaan bevallen, een week vroeger dan gepland. Waar staan duizend recensies bij zoiets? Al moet ik toegeven: er is in mijn zaal, tijdens mijn optreden, ook al eens iemand doodgegaan. Daar moet bijgezegd worden dat die man al héél erg oud was!!

Geen opmerkingen: