zondag 21 juni 2015

ingezonden kortverhaal,- door victor glorieux

wat voorafging

een zekere jonathan druyts, dwz een personage dat werd verzonnen door victor glorieux, een nonkel van vitalski, is onderweg naar mosul, in syrië, om daar zyn vriendin zarah te bevryden van de i.s.i.s. ...









alvast was hy dus gearriveerd in ankara, dé hoofdstad van turkye. hoe vreselyk was het, zo begreep hy echter, om nu aldoor te moeten bedenken dat zyn vriendin, die goede, zoete zarah, dé vrouw van zyn leven, goed mogelyk reeds in handen zou zyn gevallen van die duivels, die afgryselyke moslim-extremisten hier juist over de grens... hy mocht er niet aan denken, maar nog beter mogelyk - dààrom was hy ook hiér gekomen -, nog beter mogelyk was zy zelfs reeds door ze gevangengenomen als een seks-slavin, in ruil voor een pakje cigaretten...
    bovenvermelde gedachte, tegengesteld aan ongerymd, verpestte zowat àlles voor jonathan.
    al begreep hy toch ook, voorzichtig en als het ware beschaamd, het volgende:"verdomd," zo dacht hy, "was ik hier maar veel eêr gekomen, reeds voordàt die gehele 'islamitische staat' en zo bestonden... byvoorbeeld in de jaren negentig, toen ik nog een twintiger was - in dàt geval zou ik, door deze prachtige, wonderlyke omgeving, geheid zyn bedwelmd, zyn betoverd, niks anders!"
    de goddelyke fonteinen overal, de langdurige, klaaglyke maar ook ontroerende gezangen over de naarstig bebouwde heuveltoppen; het was alles té mooi om onverschillig by te blyven. doch telkens voordat onze held dan, dit bochtje inslaand, dat parkje dan weêr uitstappend, verlicht wilde ademhalen, begreep hy ontzet: de hel!, de gehele nachtmerrie!!!!,- is hier een pààr duizend meters vandaan!!...
    de meeste mevrouwen die hy gedurende zyn allereerste paar uurs in turkye tegenkwam, liepen wel degelyk intens gesluierd - alleen schichtig hun twee oogbollen aan hem ontvouwende; zodat hy telkens moest denken:"zarah!"
    hy riep dat byna uit:"zarah! zarah!"
     maar: toch niét was iemand van die meiden zarah. want: als iemand van die vele verschyningen wél zyn zarah was geweest, dan had zy die sluier natuurlyk meteen van zich gegooid, meteen toen ze hém zag. terstond van zodra zy mekaâr zouden zyn tegengekomen, zouden zy mekaâr waarlyk hebben doodgeknepen van begeren - zelfs in die vereniging mekaâr nog missende, onblusbaar. 
    bovendien had jonathan druyts ook krankzinnig veel cash geld op zak, ook dat nog. zyn vele vrienden in antwerpengrad hadden hem met aandrang op het hart gedrukt dat in turkye net zo goed kon worden "gepind" als in het geheel van west-europa, maar toch was hy, alvorens te vertrekken ("voor alle zekerheid," dacht hy), àl zyn geld gaan afhalen, live aan de loketten van de kbc-toren op de eiermarkt; veertienduizend euro - veer-tien-duizend, inderdaad, jongens... nu inmiddels op tenminste tien plaatsen verspreid in zyn kleêren, zyn sokken links én rechts, in zyn zware reiskoffer op wieltjes, in zyn jasje links én rechts, in zyn portefeuille, die hy, op aandrang van zyn moeder ook, aan een stevig touwtje rond zyn nek droeg.
    hy zat op zyn knieën aan een laag, rond tafeltje van riet, knabbelende van een wezenlyk heerlyke rystschotel met lamsbouten en fêtakaas - maar: hy kon er niet het minste plezier aan beleven. 
    een engels sprekende taxichauffeur had hem, nu exact twee uurs geleden, van de vlieghaven rechtstreeks naar dit hôtel overgebracht, "hotel ankara" simpelweg ook geheten, en daar, aan de balie in de koele inkomhall, was hy meteen op nog andere vlaams sprekende mensen gestoten. die zaten nu (het was zes uur savonds) aan een tafeltje naast hem. zonder dat zy dit wisten, luisterde jonathan druyts hun gesprek enigszins af.
    "ja," zei het meisje dat vlakby hem zat. "jullie hebben gelyk, we zyn, dat klopt, reeds in ankara geraakt. maar," ging zy voort, "hoe geraken wy gedrieën nu de grens nog over? ik bedoel naar syrië? dat gaat toch veel moeilyker worden?"
    "laat maar aan my over," zei de jongen - een mager, kortharig personage in een zwart, dun t-shirt zonder mouwen. hy was ermeê doende, iets als een inktvis of iets dergelyks in zyn mond te proppen, om pas daarna voort te spreken:"er is over alles nagedacht, en alles zal verlopen volgens plan."
    kon dit écht zyn?
    was dit, beste lezers, niet té toevallig allemaal? was dit ook niet té eenvoudig om écht te kunnen gebeuren?
    neen, onze vriend, jonathan druyts, had dit wel degelyk duidelyk vernomen: ook deze paar mensen, twee meisjes en een jongen, aldus, wilden de grens naar syrië over!
    "maar," dacht jonathan, "kan ik ze daar nu dan zomaar op aanspreken?"

normaal gezien, ik weet het, ging dees verhaal, een "kortverhaal", hierzo moeten eindigen. maar: jullie begrypen zelf wel dat dit niet kan, dat er nog minstens twee of drie afleveringen meer in zitten. misschien geen nood, voor vitalski alvast geen probleem; die maakt toch (zegt hy zelf!) té weinig meê voor dàgelyks een boeiende "state-of-being". maar: wie leest dit? behalve die zekere "lies j. van aelst", die wel 'ns reageert... wie?

wordt vervolgd

1 opmerking:

Serge zei

Ik ook. En ik vind het geweldig!