de kronieken
van de knekelman
feuilleton in 10 afleveringen
door don vitalski
8.
terwyl het gesprek zyn vorm zocht, kon ik van de adembenemende trixie myn twee ogen byna niet meer afhouden - al was ze, beste lezers, de vrouw van de minotaurus en, buitendien, de biologische moeder van deze vele kinderen. na een poos kwam zy ineens, zelfs, zonder dat ik wist, waarom naast my te zitten - goed, in zekere zin was dit meer rustgevend dan wanneer zy, met haar bolronde vormen en haar lachende ogen en mond recht voor me zat, haar scherpe smoor in myn gezicht uit zuchtend. toch bleef myn blik in haar richtig zinken, ditmaal dan op haar twee knieën, op een rieten stoel.
"ik ben bly dat er iemand met me meêgaat, maar," zo zei ik, "kan iemand my misschien briefen? ik weet niet wat er gebeurd is in myn afwezigheid. hoelang ben ik weggeweest? daar heb ik eigenlyk ook het raden naar - maakt niet uit, maar; byvoorbeeld: lopen die koppensnellers van borneo daar nog rond? want dan geraken we daar nooit langs, volgens my."
"dat klopt," zei de minotaurus. "je kan niet meer frontaal naar de directeur, dat moet je niet proberen."
"hoe dan? vanuit de lucht? doet er misschien, maar ja, wat zou dat helpen, nog 'n eenhoorn met ons meê - hoe willen jullie dit aanpakken."
met een lange, magere, wat elastisch aandoende rechterarm nam alfred rosengarten navada uit zyn gryze overjasje een gevouwen papier tevoorschyn - nog voor hy dit kleinood, by naêr inzien een met houtskool byeen gebribbelde soort van landkaart, zei de minotaurus:"je weet wat er zich àchter het woonhuis van de directeur handhaaft, kleine aap? inderdaad - de schelde-rivier."
zonder het my te vragen, pakte de minotaurus, niet onbegrypelyk, nog zo een tweede cigaretje tussen zyn vingers. de leeuwentemmer volgde zyn voorbeeld, en vervolgens ook trixie.
de deurbel ging af.
"bôôông!!! bôôông!!!..."
"niels!" zo riep de minotaurus, en hy gebaarde: ga 'ns openmaken!...
de jongen gehoorzaamde ogenblikkelyk. allen bekeken hem, en trixie zei:"die kleine niels is onze redding. die heeft in zyn eentje de halve vliegende brigade gesaboteerd - voor eens en voor altyd!"
"het is dus de bedoeling dat jullie met een vlot tot by de directeur zouden proberen te geraken - al roeiende. met een zelfgbouwd vlot - dat vlot is trouwens al gereed, het ligt hierbuiten al in de steigers - wel, helaas niet létterlyk in de steigers..."
"met een vlot - over de schelde-rivier..."
dit is idee was iets zeer ongerymds. dit had ik gewoon nooit zelf kunnen verzinnen. daarom moést en zou het ook juist gebeuren. want, dacht ik, wat een mens kan verzinnen, hoeft al nooit meer te worden uitgevoerd. (terwyl, om nog even vast te houden; iets dat je niet by machte was om te verzinnen, dat moést zich wel in waarheid voltrekken; anders zou het eenvoudigweg niet bestaan.)
"ik kan wel goed vlotten bouwen," zei alfred rosengarten nevada grynslachend, lurkend aan het zich, zonder commentaar, snel toegeëigende cigaretje, nu alsof exact de helft van zyn leven ervan afhing. "maar we zochten nog iemand, die zo'n vlot ook echt kan besturen."
"jerry bill," zo opperden-ik spontaan - pas daarna beseffend, dat jerry bill niet meer leefde. de meeste bulderdrangers "verdwenen" op een ogenblik, en zag je dan naar alle waarschynlykheid nooit meer terug; tot zoverre dan hun schatplicht aan de knekelman; maar jerry bill was daarop een grote uitzondering - jerry bill was echt dood. dat was geweten, dat was waargenomen. de dood van jerry bill, die was geattesteerd. maar inderdaad - toen die nog leefde, was die, behalve een revolverheld en een desperado, een legendarisch navigator. hy leerde roeien by de indianen.
"zwyg maar stil," zei trixie tegen my apart, in myn rechtse oor kreunend en steunend. dan legde zy duidelyk haar linkerhand op myn knie. de minotaurus zag het gebeuren - maar hy deed niets; hy ging wel rechtstaan, zyn beker wyn met een ruk van de tafel met zich meêpakkend, maar dan alleen maar om gedag te zeggen aan ons nief binnengekomen gast, by zyn handen naar voren geleid door de kleine niels.
met zyn rinkelende laarzen kwam uitgerekend buffalo bill, voorheen vaak kort"de buffel" genoemd, in dit leesboek weêr naar binnen gelopen. hy zag my, pakte zyn hoed af, maakte zich klaar om wat te zeggen - maar werd daarin voorbygestoken door trixie:"de vader van jerry bill. die gaat jullie geleiden, door die stromingen van die rivier. het is goeddeels ook door zyn vader gekomen dat jerry bill zelf zo goed was."
"dat is waar," zei de minotaurus.
"ik weet - waar myn zoon is," sprak buffalo bill dan als eindelyk tot my apart. "ik neem het je kwalyk - dat ik zulks van jou niet mocht weten. ik lust je rauw - om dat zuivere verraad van je."
"ik... ik..."
"maar dat schuif ik nu voorgoed opzy. jy en de leeuw en de leeuwentemmer - jullie gedrieën komen met my meê; maar niét voor zomaar alleen maar een bezoekje by de directeur."
"niet? wat dan? wat is dan wel het plan?"
zuiver om my nog dieper in d'r verleidingen met zich meê te voeren, maakte trixie zich zogezegd weêr los van my. ze nam de fles rooie wyn.
"wat de bedoeling is?" zei de minotaurus. "jullie gaan vannacht nog langs de schelde-water dit gehele circus uit - met de bedoeling om wel by de circusdirecteur op bezoek te gaan: maar dan met de levende kanonskogel in jullie gezelschap."
"inderdaad," zei bufallo bill.
"jullie gaan éérst helemaal op zoek naar de levende kanonskogel. wat overigens wel zal meêvallen. en dan pakken jullie die gelyk met jullie meê, desnoods gekneveld - om hem aan de directeur te gaan uitleveren."
"drie vliegen in één klap," zei alfred rosengarten nevada.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten