donderdag 29 oktober 2020

gast-auteur



    H
ET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken

                                   aflevering 50



Mombasa, 20 september 1934:


Uitgenodigd door de gewezen handlanger in de Oostendse visserij Van Kuyck om hem bij deze gelegenheid een bezoek te brengen, kwam de gewezen privédetective dit keer op een gans ander adres in Mombasa terecht. Zijne Excellentie woonde nog dichter bij het strand nu. Deze villa was immens groter, met nog meer prachtige palmbomen errond. Erg prat toonde deze hoogwaardigheidsbekleder hem zijn nog meer uitgebreide collectie vloerkleden. Behalve Perzische tapijten, lagen er nu ook heel wat Pakistaanse. Drie zéér antieke Nepalese zelfs. Dat niemand anders dan zijn vrouw Adelaide over de antieke tapijten mocht lopen, had ik al tijdens mijn vorig bezoek vernomen. Als zij van die beschermende, moderne nylonkousen met rechtgetrokken naad droeg, kreeg zij van hem zelfs toestemming om er een ongelimiteerd aantal keren over heen en weer te stappen. Adelaide had erg mooie, lange benen en een bevallige gang, zo had Van Kuyck, enthousiast als hij was over de unieke combinatie van in nylons gestoken vrouwenbenen en antieke tapijten, zich toen al vergaloppeerd. 

   Zoals hem, terecht of niet, verweten werd, hield John er een door en door Amerikaanse denkwijze op na. Zo was hij erop voorbereid in dit huis een door al die materiële voorspoed, grenzeloos gelukkig man aan te treffen. Niet dus. Zijne Excellentie leek wel twintig jaar ouder geworden. Het feit dat zijn echtgenote Adelaide in dat grote gebouw opvallend afwezig was, bracht hem op de gedachte dat zij ondertussen misschien gescheiden waren. Ook niet, zo bleek achteraf. Wel maakte Zijne Excellentie Van Kuyck zich vreselijke zorgen over de huidige beroerde politieke toestand in Duitsland waar hij met haar twee jaar geleden was geweest.


In de bierkelders van Munchen had hij de bulderende stem van een korporaaltje opgevangen, en hoe hij na elk woord schuimbekkend met gebalde vuist op tafel sloeg. Een zekere Hilter - of was het Hitler? - met bruin hemd en koppelriem schuin over de schouder, wat zowel een stoere indruk gaf, als daarnaast de bijkomende garantie dat zijn broek niet in het openbaar zou afzakken. Weldra zou hij ginds de lakens uitdelen. En de klappen. En de kanonnen. Zeker weten. Het ging er druk aan toe. Hitler hier. Hitler daar. Hitler Ginds. Hitler overal.
    Telkens als Zijne Excellentie die naam liet vallen, viel ook zijn monocle af. Gelukkig hing dat ding aan een zilveren kettinkje.


WORDT VERVOLGD...

Geen opmerkingen: