ik ga my niet belachelyk maken door dit hier nu fundamenteel te recenseren - tenminste: niét zolang myn bankrekening niet wordt gelykgesteld met die van gert verhulst.
de rydende tribunes zyn echter géén efteling, dwz, ze zyn niet alleen maar een effect; ze determineren het medium, en dit toch echt op een ronduit geniale manier. je wordt hiermeê volstrekt vakkundig totaal in het decorum naar binnen gezogen; bovendien een credibel decorum; aalst, midden 19e eeuw. de manier waarop dat wordt neêrgezet, is echt ronduit subliem.
in de mate dat dit stuk toch wél spectacularistisch is, sluit dit dan ook maar aan by de traditie van de musical zelf; de 19e eeuwse toneelmachines; "met echte paarden"; kanonschoten; gilbert & sullivan.
gilbert & sullivan hier bedoeld als, uiteraard, het grootste compliment dat ik uit de kast kan halen - inderdaad wel slechts ternauwernood; het is steengoed maar in juist déze richting mist het stuk, slechts eventuéél, een sporadisch tezamenvattende "kwinkslag", het uit het engels niet vertaalbaar "wit" (niet de kleur wit, maar wit van "witticism"). dat is van my echter ultra-lullig gezegd ten overstaan van al dit briljants. ten eerste, wie denk ik wel niet dat ik ben, ten tweede, louis paul boon hoeft ook voor helemaal niets oscar wilde te zyn.
ook ik geef deze musical dus verblyd een tien op tien.
niet als een vorm van critiek, maar alleen maar om tussendoor ook zélf creatief te blyven, dit is ten slotte myn éigen blog, zou ikzelf, desgevraagd, twee dingen anders hebben gedaan:
-op een ogenblik vergrypt de fabrieksbaas zich aan een werkster. wanneer die werkster op de grond ligt en die fabrieksdirecteur zyn bretels losmaakt, weet iedereen meer dan genoeg. dààr zou ik dus al, zeker en vast, het licht hebben uitgedaan. niet uit preutsheid maar wel voor de kracht van de suggestie. de choreographie die hier nu toch wél nog volgt, is ten opzichte van de voorafgaande suggestie een beetje grotesk, doende denken aan dat ene, afschuwelyke detail in de film "de zaak alzheimer" (2003); een man verhandelt, in zyn eigen woonkamer, zyn kind, met name zelfs aan een pedofiel; we hadden het begrepen, inderdaad; maar dan toch volgt daar nog een gedurige close-up van een pakje condooms op de salontafel. je kykt daar naar en je wil niet meer in die bioscoop zitten.
-de effecten blyven gradueel aangroeien, tot aan het einde, maar zuiver op het verhaal-niveau schynt, naar myn smaak, het slotstuk nog één enkele punch te missen. omdat dit dan toch, godlof, een grote, mooie, glimmende slagroomtaart, zou ik het, in het voorlaatste hoofdstuk, nog hebben laten plaatsgrypen, dat die kwaaie fabrieksbaas door de goeieriken eens goed en flink wordt afgerost. waarom in een musical het kwaad portretteren - als daar op het einde, in het voorlaatste hoofdstuk, geen wraaklust op wordt botgevierd?
mooie liederen. goed gezongen. goed geacteerd. byzonder goed geregisseerd. een feest voor alle zintuigen. een essentieel stuk landsgeschiedenis. cultuurgeschiedenis. tof.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten