lies opdebeeck
vrijdag 30 september 2022
prent vd week
"Ent Bremif Spegter"
waar was je te vrydag
maar toch. ik ben de tel kwyt, maar er zyn zeker al 3.000 exemplaren van verkocht. totaal in eigen beheer.
dreamer
donderdag 29 september 2022
reklaâm
uit het schriftje
de symbiose tussen myn dochter en myn vriendin die haar moeder is, is iets grandioos. soms praten ze op zo'n manier met elkaâr, dat ik ervan overtuigd geraak dat ze klinkende ambras hebben. maar als ik dan als een ridder tussenbeiden kom, maak ik my volstrekt belachelyk, want blykt er geen vuiltje aan de lucht.
GAST-AUTEUR
LEONARD EN IK
door Robertus Baeken
24
Dit betekent allerminst dat Leonard een idealistische dromer was. Graag had hij dat zijn werk beter werd verkocht. Want zoals heel wat artiesten leed hij ter wille van zijn kunst gebrek. Toen het kouder werd, had hij nauwelijks geld om steenkool aan te kopen. Door het hoge plafond was de gewezen balzaal ook moeilijk warm te krijgen trouwens. Meer dan eens heb ik hem bij het binnenkomen verrast met slechts één schoen aan zijn voeten, doordat de andere bovenop de lauwe kachel lag op te warmen. Nu had hij wel een inkomen van zijn avondlessen, maar gezien zijn materiële tekorten zal dat niet bijster hoog geweest zijn. Bovendien gebeurde de uitbetaling de eerste jaren voor zijn vaste benoeming, weinig regelmatig. Eén keer noemde hij zich rijk doordat hij een hoop achterstallige lonen had ontvangen. Dit uitgezonderd praatte Leonard nooit over geld. Zijn atelier, waar door zijn beroepsbezigheden altijd veel stof zweefde, was geen plaats voor luxe of mooie kleren en dit werkte de indruk dat hij krap bij kas zat vanzelfsprekend in de hand. Ontmoette je hem echter op straat of in zijn stamcafé ‘Het Lindenhof’, waar hij gewoontegetrouw elke zondagvoormiddag met zijn broer Peer en Isidoor Mertens, zijn zwager, ging biljarten, dan kwam hij altijd als een imponerende, knappe zuiderling voor, piekfijn uitgedost in een donker pak en wit hemd met das; en de poen voor het bier dat daarbij overmatig vloeide, kon er ook wel af.
Aan mijn wekelijkse bezoeken kwam een einde toen ik in volle winter voor mijn legerdienst werd opgeroepen en naar een kazerne in de buurt van Keulen moest vertrekken. Dit betekende dat ik gedurende een jaar maandenlang van huis zou zijn. Af en toe schreef ik hem over mijn wederwaardigheden een brief, die hij enkele dagen later met veel moeite - hij was geen vlotte briefschrijver - beantwoordde. Zo raadde hij me aan om me aan te passen aan de gegeven omstandigheden: een simpele filosofie waarmee ik het erg moeilijk had, want het kazerneleven lag me niet. Verder vertelde hij me over de plaatselijke nieuwtjes, over zijn werkzaamheden, zijn langdurig wachten op marmer, zijn ontspanning.
Om een idee te geven hoe mijn brieven eruitzagen, schets ik hier even mijn eigen portret als jongeman.
Eenentwintig was ik en tot dan grotendeels het product van het milieu waarin ik was opgegroeid. Daar was natuurlijk eerst en vooral het gezin, de cocon bij uitstek om de traditie van het burgerlijke katholicisme, dat destijds op het platteland nog heel sterk aanwezig was, er zonder vraagtekens in te lepelen. Gelukkig was mijn moeder, die als weduwe alleen voor de opvoeding van haar vijf kinderen stond, een nuchtere en praktisch ingestelde vrouw. Door haar labeur voor de kost, hield zij de touwtjes niet te strak in handen. Ik kon de boeken lezen die ik wou en zij had me naar een rijksschool gestuurd waar de opvoeding niet streng, zeer tolerant, maar toch correct was, en waar behalve aan de technische vakken door bekwame leraren ook op een boeiende wijze aandacht werd geschonken aan nevenvakken zoals geschiedenis en literatuur.
(WORDT VERVOLGD...)
woensdag 28 september 2022
pech & geluk
songtekst-snipper
state of being, 29 september 2022
van 12 uur smiddags tot 2 uur smiddags extreem diep in slaap; dat was wél in de zetel in de woonkamer - maar toch kan je dit niet meer een "powernap" noemen.
GAST-AUTEUR
robertus baeken, die de vader is van don vitalski, schreef het boek "leonard en ik", over zyn nonkel leonard, de fameuze beeldhouwer. over 82 afleveringen verspreid, worden die mémoires hier integraal gepubliceerd.
photo: Hoofd in arduin, circa 50 cm
LEONARD EN IK
door Robertus Baeken
23.
Met de nodige tussenpauzes kwamen er vanzelf ook andere, meer onbeduidende onderwerpen op de proppen. Veel hing af van toevallige ingevingen, van wat er die dag misschien in de krant stond, of van wat er bijvoorbeeld de avond tevoren op tv te zien was. Het komen en gaan van de onderwerpen had iets van opstijgende rook uit een vredespijp. Want hoewel de meeste van onze gesprekken met de zeven kunsten te maken hadden, konden wij evengoed onze zeg kwijt over maatschappelijke of wijsgerige vraagstukken als over fenomenen in de fysica, zoals - ik zeg maar wat - het bestaan van zwarte gaten in het heelal. Ons besluit was immers dat het eigenlijk geen verschil uitmaakte hoe wij tegen dergelijke verschijnselen, begrippen of kwesties aankeken, aangezien we na onze gesprekken beiden nog op dezelfde stoel zaten en de werkelijkheid buiten ons toch altijd is zoals ze is. Wel herinnerde de mij omringende beeldhouwwerken me aan mijn bevoorrechte positie: ik bevond me in het middelpunt van het rijk der kunsten. Bovendien heette deze machtige beeldhouwer mijn beste vriend.
Leonard toonde geweldige belangstelling voor de vele romans die ik had gelezen. Soms vroeg hij me al eens een boek voor hem mee te brengen. Na de lectuur kreeg ik meestal persoonlijke commentaar. Zo herinner ik me nog dat hij hoog opliep met sommige kortverhalen van Jean-Paul Sartre, zoals ‘De muur’ en ‘De kamer’. Andere romans, zoals ‘Lady Chatterley's minnaar’, van D.H. Lawrence, vond hij dan weer te theoretisch van opzet om geloofwaardig voor te komen. Ik kon nooit voorspellen hoe hij op een roman reageerde. Bij zijn beoordeling ging hij nooit af op de faam van het boek of van de schrijver. Een roman als 'Boerenpsalm' van Felix Timmermans, vond hij van een kaliber als Shakespeares ‘Hamlet’.
Tussen Leonard en mij ontstond zoiets als een wisselwerking. Hij had veel aan mijn belangstelling voor zijn werk en mijn gehoor voor zijn opvattingen, terwijl ik dan weer heel wat inspiratie putte uit zijn persoonlijkheid en bezielde levensstijl, die schril afstak tegen heel wat doffe uitingen van de materialistische samenleving om ons heen.
(WORDT VERVOLGD...)
maandag 26 september 2022
pech en geluk
pech: thuiskomende denken "oef, vandaag niks meer, behalve nog in de zetel zitten,"- en een uur daarna pas beseffen fuk ik moet wel dààr nog naartoe."
onderschat / overschat
onderschat: de droge hardere rand van een zelfgebakken cake op de keukentafel om halfzes in de namiddag.
alternatieve feiten
1. in de 19e eeuw konden professionele sportlieden hun job niet uitoefenen in de winter; zeer velen van deze lui werkten swinters daarom als acteurs in het vaudevilletheater.
3. er is in de v.s. geen enkele staat waarin de letter Q voorkomt.
4. chicago wordt wel eens de "windy city" genoemd - doch niét omdat het daar veel zou waaien, wél omdat een bepaald criticus eens had gesteld dat er in chicago erg veel windbuilen resideren.
5. het vel van een armadillo is kogelvry.
ranking
3. de levende vrouwen tentoonstelling op 16 october
4. de zeven (!) verschillende affiche campagnes door mekaâr
5. de première van "bly als het regent", hofpoorttheater, 8 october
6. de nero-roman, te verschynen midden october
8. het stripverhaal met bent van looy, "de indringer", byna in druk
waar was je te maandag
het laatste halfuur lezen we tezamen in myn eigen stripverhaal "monster busters".
mind your pronounciation!...
state of being, 25 september 2022
mollie op haar kamer met niet één, maar twéé van haar school meêgesmokkelde vriendinnen. hun plan is: gaan joggen in park noord. die vriendinnen willen helemaal niet, met die slagregen en die terror-wind - maar mollie heeft haar zinnen erop, dus inderdaad: reeds passen zy ieder een eigen, verkreukeld knapperende anorak.
zelf lig ik hier in myn pyjama, uit het oog zynde verloren dat ik subiet nog naar turnhout city mag, ter verdere regissering van het hofpoort theater.
doch all is well. alles verloopt waanzinnig optimaal, er doet zich geen énkel soort van zelfs maar het allerminste probleempje voor, nergens aan de horizont...
dreamer
ik liep in het rond in een professioneel en prestigieus theater, waar echter de acteurs en actrices in een relaxed modus waren, "na het werk". om beurten vertelden ze terloops een one liner, die in myn droom telkens erg grappig was. ik herinner my nog één daarvan, uitgesproken door een wim opbrouck-achtig figuur; hy sprak: "meters zyn wel geïnteresseerd in centimeters; maar centimeters zyn totààl niet geïnteresseerd in meters." (in myn droom leek dit zo grappig dat ik dit, by het wakker worden, meteen noteerde, ervan overtuigd hiermeê materiaal te hebben ingewonnen voor een conference...)
GAST-AUTEUR
door Robertus Baeken
22.
Dat ik, ontvankelijk voor schoonheid en waarheid, op mijn zoektocht uiteindelijk bij Leonard terechtkwam, bracht me welhaast in een soort van trance: een onbeschrijflijke en wonderlijk geëxalteerde toestand, zoals gevoelsmensen dat tijdens hun meest intense gewaarwordingen zonder behulp van alcohol of drugs ervaren.
In feite was ik de knaap uit het verhaal van John Steinbeck. Ook ik zag het gevaar van de herhaling en aldus begreep ik waarom de jongen had besloten het bij dat éne bezoek te houden. Een innerlijke stem zei me echter dat ik het nooit zover zou laten komen dat mijn bezoeken aan Leonard een sleur zouden worden. Ik putte een groot genoegen uit ons gesprek en vond het dwaas dit ter wille van één gave en onovertroffen herinnering op te geven.
Mensen veranderen van dag tot dag. En vanzelfsprekend is ook onze vriendschap in de loop der jaren geëvolueerd. Toch bleef er tussen ons altijd een uniek, geweldig verbond bestaan. Op mijn twintigste (in 1963) was hij zevenendertig; een leeftijdsverschil dat de eerste jaren in hoge mate bijdroeg tot het onevenwicht tussen het sterke zelfbewustzijn en het meesterschap dat ik hem toeschreef, en hoe ik mezelf zag: zijn adept, een beginneling die nergens stond.
Vriendschap bestaat, geloof ik, uit het elkaar toedragen van een warm hart en het instandhouden van een belangstelling die een gemeenschappelijk terrein beslaat, waardoor een nog andere verwantschap dan die van het bloed aan het licht komt. Tussen Leonard en mij bleken er onnoemelijk veel raakpunten te bestaan. Zo was ik het volkomen eens met zijn opvattingen omtrent sommige vernieuwingen in de hedendaagse kunst.
‘Het nieuwe hoort de vrucht te zijn van oorspronkelijkheid, - niet van berekening. Hier zou, zoals dat me tegenwoordig bij heel wat artiesten het geval lijkt, het verstand beter niet aan te pas komen! Daarbij komt dat het publiek door de uitleg van de zogenaamde heren specialisten of kenners wordt misleid. Het heeft geen vertrouwen meer in de eigen, persoonlijke smaak.’
Ook vond Leonard dat de nieuwste kunststromingen te snel evolueerden om tot grotere vervolmaking te komen. Als voorbeeld haalde hij Van Gogh aan en de expressie van diens landschappen, of het vrije kleurengebruik van Gauguin. ‘Door hun felheid waren het expressionisme en fauvisme zeer interessante bewegingen! Kijk naar Bonnard, naar Vlaminck… Jammer, dat deze vernieuwingen geen tijd kregen voor verdere uitdieping!’
(WORDT VERVOLGD...)










































































