zondag 30 mei 2010

essay

wat is gezellig?

we kennen allemaal de betekenis van het woord "gezellig", maar hier vragen wy ons af: waarom heeft "gezellig" een slechte byklank in weldenkende middens?

1. omdat een zich overgeven aan gezelligheid, een negatie impliceert van alles dat er op datzelfde moment verkeerd gaat in de wereld. jy zit daar te genieten van jouw warme tas chocolademelk - terwyl er zich elders, ook vlakby in jouw buurt, de meest gruwelyke, onrechtvaardigheden voltrekken, straffeloos. om die reden heeft gezelligheid iets immoreels en zelfs, wat nog erger is, iets stompzinnigs.

2. omdat het maar een kleine stap is van gezelligheid naar kneuterigheid, dwz van "aangenaam, prettig en huiselyk" naar "kleintjes, kleinburgerlyk en benepen". kneuterigheid is gezelligheid in zyn perverse dimensie. zelf, hier nu als auteur, niet integraal afkerig zynde van het perverse (er is voor alles een tyd...), vermag ik dan ook zelfs het kneuterige wel enigszins te verdedigen... er was, geloof ik, weinig seks ten tyde van de gestrenge vorsten metternich en victoria, en de geborneerde kunst die zy beschermden, de "biedermeier" - doch: àls een man toen seks had, dan had hy vast en zeker ook een veel duurder orgasme. (en hier noteer ik met opzet enkel "een man", en dus niet "een man of een vrouw..." daarover later ook meer...)

dus: het gezellige is verwenselyk doordat het schynbaar indruist tegen het maatschappelyke engagement en doordat het de deur openzet naar een alles verstarrende zelfgenoegzaamheid, een makke onderworpenheid, verveling. al is, moet gezegd, de verveling de moeder van alle doorslaggevende ontdekkingen.

zonder dat onbeschryfelyke leed te willen bagatelliseren: ik las wel eens de mémoires van een kampgevangene die was tewerkgesteld in het ergste inferno dat ooit heeft bestaan, zynde in de kelders van de verbrandingsovens achter de gaskamers... waar hy lopende-bandwerk deed; het verbranden van alle lyken. het zou tweehonderd bladzyden vergen om de hele context van deze bemerking recht aan te doen, maar op een ogenblik heeft zyn mede-häfteling van een kapo, in ruil voor een stukje brood, een flesje schnapps kunnen organiseren; dus op een avond zitten die twee byna-muzelmannen aan een wankel tafeltje by een kaars in die kelder met ieder een dopje voor zich, dat dienst doet als glaasje, om van die schnapps zeer voorzichtig te nippen - de mémoires-schryver maakte daar, tot zyn eigen ontsteltenis, met de allergrootste omzichtigheid, gewag van een ervaring van gezelligheid.

een dezer schryf ook iets over, hiertegenover, het "ongezellige"... het "unheimliche"...

Geen opmerkingen: