jonathan druyts, een personage dat werd verzonnen door victor glorieux, een nonkel van vitalski, is op avontuur in syrië. heden schrok hy van een wagen met daar aan vastgeketend, aan de trekhaak, een dood mensenwezen...
hy was ermeê doende, naar die twee zussen, die ze waren, toe te stappen; ogenblikkelyk intens overvallen door die schrille, schroeiende, schreeuwende windhozen van overal, als was 'ie hier nooit eventjes uit weggeweest.
hy dacht:"ze denken dat ze my overheersen, dat ze alles zélf bepalen - ik laat my echter niet kisten!" hy nam zich voor om zélf de vragen te zullen stellen, en dan niet eens de meest logische vragen ("hoe komt het dat jullie nog leven? wat doén jullie hier?")
hy wendde zich tot patricia in het byzonder - ze was nog mooier dan ooit! maar: hy onderdrukte zyn gevoelens. hy zei dit volgende, zo bits dit maar kon:"waar," zo vroeg hy, "kan ik hier ergens myn smartphone opladen?"
"waar je naartoe gaat," zei de zus van patricia, "zal je vast elektriciteit genoeg vinden!"
vervolgens viel jonathan zyn blik op de voorruit van het stoffige vehikel. en dus vanzelf ook op de chauffeur die daar zat; een schrikwekkende verschyning, op alle manieren in akkoord met àlle meest typische clichés van dé allermeest gemiddelde syrië-stryder. toch schrok jonathan niet overdréven van hem - alsof er in de blik van die man ook iets spottends lag, iets dat deze vreemde, erge situatie niet integraal ernstig nam.
"je hebt het geraden," zei patricia. "je kent hem, maar," zei ze, "in een geheel andere gedaante."
"lemarc!" kreette jonathan.
"je raadt het," scheen lemarc hem te willen zeggen, met een knikje.
dit heette geen wonder - hy daar, die zogenaamde nep-rechercheur van ze, en die twee valse, bedrieglyke zussen hierbuiten, die speelden, met hun gedrieën, één spelletje -"we moésten dit allemaal zo opzetten," zei patricia vlug, "onze vrienden in het westen moeten denken dat we dood zyn."
"stap in," zei lemarc, "en rap ook!"
zo werd jonathan in de wagen naar binnen geduwd. "neen!" riep hy uit, het lyk indachtig, dat aan die ketting hing aan de trekhaak van deze wagen. "laat my hieruit - ik wil niet!""je zal het begrypen," zei lemarc droogweg. en zei nog:"ga toch zitten!"
tenslotte zette lemarc de eerste versnelling in - en begon te ryden...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten