vrijdag 3 mei 2024

@ the bookshop


1. ik kan claus zelf niet lezen, wat niets wil zeggen; maar ik merk wel steeds dat ik alles dat verschynt over claus, aankoop en uitlees. hoe komt dat? natuurlyk minstens omdat hy een gedroomd figuur is voor een tydsdocument. en ik lees natuurlyk ieder jaar een stuk of vyftig biographieën.

2. dat hoofdstuk waarin hy op reis gaat door de verenigde staten, is wel onnoemelyk saai. dat moest ik byna overslaan; een broekventje op reis in het buitenland, een toerist als triljard anderen; maar goed: in een curriculum hoort ook dàt erby, dus niemand treft daar schuld.

3. ook dit zegt niets over de kwaliteit van de biographie op zich, en ook niets over de kwaliteit van de teksten van claus - maar ik geloof, in ieder geval, dat ik hem als mens alvast, eigenlyk, niet sympathiek vind. vooral zyn yskoude vrieshouding tegenover zyn bloedeigen kinderen is, in myn ogen, eigenlyk, ronduit afschuwelyk. kort voor hy gaat sterven, komen ze hem nog één keer gedag zeggen; het enige dat hy doet, is ze toesnauwen dat ze geen erfenis van hem hoeven te verwachten. (tenminste, zo geven die kinderen zelf het weêr; en waarom zouden die daarover liegen?)

4. als je zelf een nederlandstalig schryver bent en je bent géén claus-aanbidder, dan ben je zogezegd jaloers, of dan heb je zogezegd te weinig verstand van zaken. maar: ik ben toch helemaal niét jaloers op, byvoorbeeld, de door my aanbeden gerard reve?
    hoe logisch ook eigenlyk, dat uitgerekend reve dé meest fervente claus-tegenstander is in dit boek - byna de enige, zelfs. "om objectief te kunnen zyn," zegt reve, "heb ik àl zyn verzamelde gedichtyen gelezen - maar in dat hele oeuvre heb ik niet één regel kunnen aantreffen die my iets doét, het is allemaal van een ongelooflyke kitsch - van een sléchte kitsch, welteverstaan."

5. wel degelyk las ik fantastisch mooie en aangrypende regels van claus, byna aldoor in curieuze syntaxes - maar het erge is: er is helemaal geen humor aan, geen échte humor. wel bedachte humor, maar geen échte humor, geen humor die in de d.n.a. zelf zit.

6. en dat kinderachtig competitieve. dat met àlles willen winnen, zelfs met pingpongspelletjes. niet voor de grap, maar echt. en die restaurant-romantiek. en zo'n cees nooteboom die dan byvoorbeeld schryft: "ik moet volgende week fellini gaan interviewen." dat "moeten", dat is er te veel aan; jy moét dat niet, cees - jy WIL dat. en jy bent er zo fiér meê, zo fiér als een communicant.

7. de tydsgeest. ik verzamel oude tydschriften, en inderdaad; pas als je de vlaamse magazines van de jaren 50 en 60 en 70 doorbladert, besef je echt hoe achterlyk wy toen waren. dààr richtte claus zyn pylen tegen; waartegen ook anders? maar daardoor is hy eigenlyk, op den duur, precies even klein gebleven als zyn tegenstanders. die muffe progressiviteit - je wordt toch duizelig als je begrypt dat in 1964 the velvet underground wel al bestond? (voor dié trein is claus te laat geboren, vergeleken by jan cremer.)

8. altyd maar die verjaardagen, altyd maar die pryzen, altyd maar die loftuitingen - en toch net zo hardnekkig ook altyd maar die beledigingen, die vernederingen, die armoede. die uitzichtloosheid, die vergeefsheid. met als eindresultaat die fnuikende, byna permanente lusteloosheid. dàt is de grondtoon, en dààrom begryp ik de claus-fans niet echt. dat muffe, dat lusteloze. (gerard reve is niet lusteloos maar landerig. dat is iets heel anders. en het grote verschil is natuurlyk dat by reve de humor in merg en been zit, in ieder beeld, in iedere komma.)

9. hy had, om zyn pretenties waar te maken, alsook de pretenties van zyn hele hofhouding, boeken kunnen moeten schryven zoals simon vestdyk.

10. en het snobisme. zo durf ik het toch te noemen. uiteindelyk. niet echt het snobisme van hem, maar wel dat van al zyn onnoembare lakeien. pas op: ook dat is ontroerend, tegelyk. maar: ik ben wat bly, daar zelf nooit iets meê te maken te hebben gehad. ik zou zyn gestikt. in die yver om iets te betekenen, in die yver van naar lucht happende literator tussen de literatoren.

11. wikkend en wegend, sluit ik my uiteindelyk toch aan by dat totaal vernietigende oordeel van reve. zo drastisch, inderdaad. toch wel, ja. ik geloof er totaal niks van, van dat oeuvre van claus. het is niet aan my besteed, ik lust hem niet, ik kan er niet meê lachen.

12. bewonder ik hem anders wel voor de stryd die hy heeft gevoerd? neen, ook dat niet. die stryd zal my worst wezen.


jan cremer, geflankeerd door john cale, nico en gerard malanga...


1 opmerking:

Luc sluyts zei

Ik begrijp je in deze. Ook zelden meegenomen ...