zondag 21 september 2014

simenon-manie

DE PENSEELSTREEK


sprekende over een auteur die bewondering verdient, is het een cliché om de uitdrukking te bezigen dat hy, pakweg, "in een korte, elementaire snit een gehele situatie weet neêr te zetten." de penseelstreek! en toch: ziehier een totale reeks van negen voorbeelden.
    alinea's die temeer adembenemend zyn voor lezers die al een paar boekjes van simenon achter de kiezen hebben: die herkennen dan immers op voorhand reeds de omgeving waarin er weêr zo'n lyntje staat aan te komen. hoewel de auteur nooit één milimeter van zyn formule afwykt, zelfs niet van zyn tweeduizend altyd diezelfde paar simpele woordjes, toch weten de lezers ook op voorhand al dat ze zullen worden verrast...

1. "Ondanks de koude regen zat er in de atmosfeer hier nog altyd iets drukkends, iets onverbiddelyks. En het ritme van het leven was traag." (maigret en het lyk by de sluis, uit 1931. voor myzelf er ook by vermelden en dat dit in myn uitgaaf op bladzyde 17 staat)

2. (de hoofdfiguur heeft zonet een in zyn bureaustoel gezeten rivaal neêrgeschoten, ook voor zichzelf onverwacht) "Hy veegde zyn voorhoofd af met zyn zakdoek, ofschoon hy niet transpireerde; het speet hem dat hy niet in zyn stoel kon gaan zitten, waarin de dode ineengezakt lag." (de teddybeer, uit 1960, blad 192)

3. (weêr zo in één kleine alinea een geheel portret) "Lotte is roodblond zonder een enkele gryze haar; haar gezicht is jong gebleven. Als ze niet zoveel zou eten, als ze niet zo pafferig zou zyn, was ze best mooi geweest maar ze geeft niets om haar lyn. je zou zelfs zeggen dat ze met veel plezier dik wordt; ze laat waarschynlyk expres haar peignoir een beetje openhangen zodat je haar hele dikke, zachte borsten ziet die by elke beweging meêtrillen." (het bloedspoor in de sneeuw, 1948, blad 37)

"Het afgryzen dat haar een ogenblik lang met zoveel geweld overmand had, werkte in langzaam afnemende golven verder, zoals rimpelingen op het water." (het huis aan het kanaal, 1933, blad 26)

(zeer korte, nieve alinea, meteen nadat maigret heeft gevraagd:"Waar was jy op het ogenblik dat meneer Poppinga werd doodgeschoten?") "De snik brak los, hartverscheurend. De jongen nam de beide revers van Maigrets jas in zyn wit geschoeide handen, die krampachtig trilden." (maigret in nederland, 1966, blad 57)

(een eigenaardigheidje van maigret) "Deze regen was zo fris en heerlyk, dat hy af en toe zyn tong uitstak om enkele droppels op te vangen, die een speciaal smaakje hadden."(de maniak van montmartre, 1955, blad 47)

(overigens is simenon in zyn slechts sporadische vergelykingen veel sterker dan byvoorbeeld zyn veel minder spontaan maar desalniettemin juist overdadig vergelykende tydgenoot elsschot)"Terlinck aarzelde. Toen hy binnenkwam, brandde slechts de helft van de lampen. Dat maakte de indruk van een sluimerend, kleurloos leven. Min of meer zoals wanneer je midden in de week naar de Kring ging en de feestzaal betrad, waar het decor en de vlaggen maar door een enkel peertje van een afstand werden verlicht."(de burgemeester van veurne, uit 1939, blad 92)

(maigret komt buiten uit "de somberste kantoorvertrekken van het paryse paleis van justitie") "De twee paarden stampten af en toe met hun hoeven op het plaveisel en achter hen lag een grote hoop gulden paardevygen te dampen in de nog kille lucht." (de memoires van maigret, uit 1966, blad 158)

(simenons penseelstreken als steeds veel méér dan een teneurzetting zonder meer; steeds daar ergens ook iets dat trilt van actie; zie byvoorbeeld hoe zenuwachtig deze ene, naar simenons normen reeds halflange alinea, de protagonist zynde een tot zwerven vervallen burgerman, die nu al dàgenlang niet meer heeft kunnen slapen) "Zo was hy toen hy voor de eerste keer van hemd wisselde in de toiletten van een café - die plek bekleedde een belangryke plaats in zyn zwervend bestaan - naar buiten gegaan met het vuile hemd in de hand en had zich ervan ontdaan door het te laten vallen in een openbaar urinoir." (de man die de treinen voorby zag gaan, 1938, blad 199) (twee jaar eerder publiceerde henry miller in "zwarte lente" een passage waarin hy, als zwervend protagonist, een integraal etmaal lang door parys zwerft met in zyn twee handen een volgescheten, tot een pakje gewikkelde broek, die hy nergens schynt te kunnen kwytgeraken. al had, strikt letterkundig, miller absoluut meer bewondering voor simenon dan andersom; simenon wist niet waar hy met millers teksten moest blyven, die hem door miller zelf aanhoudende werden opgestuurd.)