HOLOCAUST
In mijn jonge jaren, begin jaren negentig, heb ik me wel eens beziggehouden met het neerschrijven van een mémoires van een Antwerps-joodse ex-concentratiekampgevangene. De man woonde, niet ongebruikelijk, op de Quinten Matsyslei, met uitzicht op het stadspark, vlakbij de Romi Goldmunz-synagoge. Ik was niet alleen jong maar ook onbezonnen, ik wist niet waar ik aan begon, en dat werkje, dat mooi vier jaar voortduurde, heeft me flink wat nachtmerries bezorgd. Als dertienjarige werd deze ongelukkige mens, ook wie ik schreef, in 1943 opgepakt door nazi's, niét in Antwerpen, maar wel op een trein onderweg naar Noord-Frankrijk, waar hij zijn oudere broer een bezoek had willen brengen. Zoals alle prooi kwam hij terecht in het kazerne dossin van Mechelen, waar gevangenen werden gesorteerd, en daarna in het onuitsprekelijk afschuwelijke Fort Breendonk. En vandaar ging het naar Buchenwald en Auschwitz II, maar ook naar kampen waar je minder vaak over hoort; Grossrosen, Bismarckhütte, Blechhammer. Door een aaneenschakeling van ondenkbare toevalligheden overleefde de man de gehele nachtmerrie. Van zijn familie - zijn broers en zussen, zijn vader en moeder, zijn grootouders - zag hij niemand nog terug.
Zijn verhaal is huiveringwekkend en niet minder omdat het begin ervan zeer nauw is verweven met de stad Antwerpen. In het begin van de vorige eeuw kwamen zijn grootouders in Borgerhout wonen - in de Bloemstraat 53. Zijn ouders verhuisden naar de Plantin-en-Moretuslei 137, en toen er kinderen bijkwamen naar de Kroonstraat 200. Mijn mannetje zelf liep school in de Jesode Hatorah in de Lange van Ruusbroecstraat. Ravotten, verstoppertje spelen en knikkeren deed hij op de Dageraadplaats en het Koxpleintje. Uit 1936 stamt zijn herinnering aan Chaim Fink, die de vader was van een schoolkameraadje, en die in de Lamorinièrestraat woonde: op de avond van Yom Kipour van dat jaar, ontplofte de geiser in zijn badkamer, waardoor hij het leven liet. De hele joodse gemeenschap was in rouw. En ja, 13 mei 1940 stonden ze allemaal in de overbevolkte Pelikaanstraat, erop gebrand om daar op een vluchttrein naar Frankrijk te geraken.
Het is akelig dat deze onbegrijpelijke horror, de meest weerzinwekkende geschiedenis, ooit heeft plaatsgegrepen in een omgeving die ons zo uitermate vertrouwd is. Het herinnert ons eraan dat het nazisme écht was, en dat het nooit vanzelfsprekend is om ervan verlost te zijn. Dit bedacht ik nog eens, naar aanleiding van de speech van onze burgemeester, die ons ertoe aanmaande om alvast het schuldige aandeel van Antwerpen in dit verhaal te erkennen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten