GRENSGEMEENTEN
Een van de oudste Hollandermoppen aller tijden stamt uit het Arendonk van de zeventiende eeuw. De wel wrange geschiedenis gaat als volgt. In Reusel is er een boer met een kip waar die erg fier op is. Op een dag tussen Pasen en nieuwjaar loopt deze kip echter, zomaar plotseling en onverwacht, de grens naar Vlaanderen over. De kip legt daar meteen een ei, doch vervolgens keert de kip weer naar Nederland terug. De Reuselse boer is natuurlijk woedend. "Dat ei is van mij!" roept hij uit. "Sorry," zegt de slimme Vlaamse Kempenaar. "Dit ei is gelegd op mijn territorium. Dus het ei is van mij." De twee blijven ruziën. "Weet je wat," zegt de Belg op den duur. "We doen een wedstrijd. We trappen mekaar ieder om beurt zo hard we maar kunnen in mekaars ballen; de persoon die het, wanneer hij getrapt wordt, het minst hard uitschreeuwt, die mag het ei hebben." "Goed plan," zegt de Hollander. Hij gaat in de houding staan. De Belg neemt een gigantische aanloop en trapt de Reuselaar zo hard hij kan tussen zijn twee benen. De Hollander ziet sterretjes en wordt blauw en paars, maar: hij geeft geen kick. "Ja," zucht hij daarna. "Zet je maar in de houding," gaat hij voort, "Nu is het mijn beurt om te trappen!" "Ach, weet je wat," zegt de Belg. "Laat eigenlijk maar zitten. Neem het ei maar mee naar huis, je mag het hebben."
We citeren deze angstaanjagende grap hier nu wel integraal, maar dit doen we enkel als historici. Benadrukt moet worden dat wij in waarheid de Nederlanders erg graag zien, dat ze ten zeerste welkom zijn bij ons, en dat hun massale aanwezigheid in onze contreien, voor ons een onuitsprekelijke verrijking zijn.
Maar wél is het verhaaltje momenteel brandend actueel, niet wanneer het gaat om eieren, maar wel wat betreft de vele, nieuwe, industriële windmolens op de grens. Bewoners klagen over wat ze noemen de "grenstruc", waarbij windmolens vlak tegen de grens worden opgetrokken - ver weg van de eigen bewoners, die er niets van willen weten, maar wel vlakbij de woningen van de overburen. In Arendonk is er inmiddels een buurtcomité voor opgericht, genaamd "De Rode Del", onder leiding van Gust Van Steenbergen. Begrijpelijk genoeg. De Nederlandse firma Eneco heeft onlangs nog, vlakbij ze in de buurt, een vijftal zeer krachtig windturbines opgetrokken. De masten staan op vierhonderd meter afstand van het meest dichtbijzijnde Nederlandse huis, maar op nog geen tweehonderd meter van de Arendonkenaren. Het is de schuld van Europa, daar is bepaald dat voor de bouw van windmolens, iedere natie zijn eigen boontjes dopt.
Misschien moeten die van Reusel en die van Arendonk opnieuw zo'n creatieve, sportieve, eerlijke soort van wedstrijd organiseren, zoals in die tijd van dat fameuze kippenei...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten