donderdag 4 november 2021

gast-auteur

PORTRET VAN DE AARDBEIENPLUKSTER
ALS EEN JONGE VROUW

door Robertus Baeken, vanuit de aardbeienvelden




107.
Kon ik de klok maar terugdraaien! Kon ik haar maar een laatste sprookje voorlezen! In deze wensen trof Mieke alles waardoor haar leven met Berthe zijn doel had gemist. Te vaak was zij zichzelf een stap voor geweest en in geduld en belangstelling tekortgeschoten. En nu haar zusje niet langer hier aanwezig was, voelde het als verscheurend dat zij die stappen van overdreven haast niet terug kon zetten en haar genegenheid overbrengen! Berthes eenzame zieltje had de wereld verlaten. En niemand om haar die heerlijke boodschap van liefde met een wegbliksemende pijl na te sturen! Niemand om haar zachtjes te zeggen: ‘Word wakker! Hoor je arme zus!’
    Nog steeds kon Mieke niet huilen! Daarvoor voelde zij zich te zeer in haar hoop en geloof dat Berthe het zou halen, bedrogen. Iemand moest hiervoor verantwoordelijk zijn. God in zijn strijd tegen de vernietigende krachten, was niet almachtig gebleken. Of anders had Hij geweigerd haar gebed te verhoren. Nu Berthe dood was, maakte de gedachte dat Hij haar oudste zus onwaardig had bevonden, niks meer uit. Gods wereld was boven, de hare beneden. God was hemelse liefde, volmaaktheid. Zo te zien had zij zich te zeer aan het leven bevuild. Hoe kon het anders? De wereld is een stal. Had zij zich schuldig gemaakt? Ja! Duizend keer ja! Zo weinig ze nog met God te maken wilde hebben, zo groot werd haar bereidheid om alle schuld op zich te laden.
    De kamer verduisterde. Het wit van de lakens vervaagde tot een grauw kleurvlak. Tijd en ruimte schommelden zachtjes in de ledigheid. Mieke verwonderde zich over zichzelf en over wat in deze kamer plaatsvond. Het leven werd een ongelooflijk verzinsel en zij zag niet in om welke reden ze na dit onnoemelijk verlies nog ouder zou worden en voortbestaan.
    Er klonk het gestommel van mensen op de trap. Zij ging bij het venster staan. Op dat ogenblik brak de zon weer door de wolken. Het glas van de serre weerkaatste een verblindend hemellicht, zodat het haar amper lukte te zien of Va daarbeneden wat rondlummelde.
    Als eerste verscheen tante Nien. Schroom voor iets dat zij sinds de mededeling van Niessen uiterst breekbaar in zich aanwezig voelde, belette Mieke haar te begroeten. Zo gauw ze de kans schoon zag, glipte ze achter de rug van de binnenkomenden de kamer uit om enige tijd verdwaasd door het huis te dwalen. Pas toen de bezoekers weer naar beneden kwamen, ontsnapte zij opnieuw. Nog één uitweg: de serre.

WORDT VERVOLGD



Geen opmerkingen: