woensdag 1 april 2020

state of being, 1 april 2020


overdag met de fiets door de zonnige binnenstad, die zo mooi rustig is, is fyn - maar gisterennacht, rond twee uur snachts, doorkruisten-ik met de wagen ook geheel deurne, eveneens ter distributie myner gedichtenboekjes, en dàt was toch een ander paar mouwen. wat een van god verlaten maanlandschap, hoe vreselyk somber, eenzaam, naargeestig en morbide... ik deed er een vol uur over om zes boekjes te bussen - wat een koude kermis... "nacht op de kale stad..." in myn kop-telephoon de akoestische demo's van "psycho candy..." dit nooit meer...


----------


sommigen zeggen:"als die quarantaine nu maar eens rap zou kunnen zyn afgelopen! zodat we éindelyk weêr kunnen gaan werken!" anderen dan weêr, dromen d'r heimelyk van (heimelyk!) om er nooit, ooit nog, één eind aan te moeten zien komen - doordat ze zich verdomd goed amuseren.
    de mensen die helemaal crazy worden vandaag, en die hun vrouw en hun kinderen afslaan, en die naar alcohol en paddenstoeltjes grypen - we zouden geneigd zyn om van dié figuren te zeggen:"nu vallen hun maskers af! kyk, hoe slecht, hoe erbarmelyk die man en die vrouw daarbinnen, éigenlyk, in naakte waarheid, met mekaâr overeen komen! kyk hoe dat dagelykse werk buitenshuis slechts een manier voor ze is, om aan hun zelf te kunnen ontsnappen!" maar: dat is een oneerlyk oordeel; ze hadden hun "knack" gevonden; ze hàdden een goeie relatie, ook tegenover zichzelf, zolang ze maar normaal mochten doen.
    en die nu zeggen:"deze vacantie moet blyven duren, zelfs al scheur ik er myn broek én myn bretellen aan - nog! nog!"; van dié krekels en sprinkhanen zouden we dan weêr willen zeggen:"kyk, hoe ongelukkig je éigenlyk leven!"- 'eigenlyk' willende zeggen: zonder die quarantaine. maar: ook dàt oordeel is vals; het is niet omdat die mensen zich vandaag eenvoudigweg te pletter amuseren, dat ze tevoren per definitie slécht bezig waren. goed mogelyk leven ze stééds doodgraâg - éénder met of zonder die achttien weken verlof.
    ik behoor tot die laatste groep. tydens myn revue-voorstellingen op wintervuur jongstleden, dacht ik oprecht:"dit wil ik voor de rest van myn leven - iedere dag!" tydens die musical met belcanto dacht ik ook:"hiér ben ik voor geboren!" neen, inderdaad, je zal my nooit horen opperen, dat ik my geboren zou weten om les te geven aan een middelbare school; dat gevoel heb ik niet, ik ben geen 'superleraar', zoals er anders best wel 'superleraren' bestaan, die ik nu leer kennen - mààr: ik lééf toch wel om specifiek in 2020 aan dié leerlingen les te geven, die nu concreet in myn klas zitten; verdomd, daar sterf ik zelfs voor, als het moet (maar: het moét niet!!... zeker niet!!...)
    dus inderdaad: van my mag deze lockdown, zoals die vandaag heerst, voortduren tot kerstmis. ik houd ervan, ik kom tot rust, ik kom op adem, myn dagen zyn nog altyd véél te kort.
    voor kinderen - is het een beproeving - maar dan misschien toch ook een beproeving in de zeer constructieve zin van dit woord. "jullie zouden eens een oorlog moeten meêmaken," zeiden onze bomma's toch altyd? uiteraard is dit helemaal geen oorlog (het zou staatslieden grondwettelyk verboden moeten worden om die metafoor nog te bezigen), maar het is toch wel, wat er loos is, een onthouding; een zeker ascetisme, in tyden van overvloed; overvloed in iedere zin, overvloed ten goede en overvloed ten kwade. "weet je nog, toen wy zes waren, die quarantaine?" (zo zullen ze het zeggen - tenzy we, van nu af aan, om de vier of vyf jaar zo'n virus in the face zullen krygen, niet eens erg onwaarschynlyk...)


1 opmerking:

Anneleen R zei

Mooi geschreven!