woensdag 30 september 2020

chefkok 9


9.
Het kwam er dus voorspelbaar genoeg op neêr dat die Marijnissen bezig was met het verduisteren van geld dat langs zijn wegen in de Terra Cotta binnen vloeide. Dit vermoedde ik al, maar kwam ik pas definitief te weten dankzij de gezichtsuitdrukkingen van Yorek. Die varieerden van dag tot dag, maar spraken den laatste tijd allemaal van onvrede. En dit, terwijl de zaken zo vrolijk begonnen waren!... Op een dag, ver na middernacht, liep ie beneveld door wodka de keuken binnen. Ik was net bezig de vloer te dweilen. Daar diende normaal gezien de kuisploeg voor, maar ik wilde dat het perfect was. Juist doordat ook m'n eigen moreel niet meer zo gaaf was. Vooral als je niet gelukkig bent, is het van levensbelang om je spullen in ieder geval op orde te hebben.
    Omdat hij dus goed dronken was, kon ik hem aanspreken. Het was duidelijk dat er, op zijn Russisch, "waarheid" gingen worden gezegd.
    "Waarom ben je zo afstandelijk? De laatste tijd?" Zo vroeg ik hem.
    Hij probeerde de kwestie te ontwijken. Maar ik bleef doorvragen. De aap kwam uit de mouw; "Ik vertrouw die Marijnissen de laatste tijd, denk ik, niet helemaal."
    "Ik loop met hetzelfde gevoel."
    "Maar - ik kan niks bewijzen of aantonen."
    Nochtans, daar bestond wel een manier voor. Een chefkok moet zijn kas opmaken, elk halfuur van de dag; "economie" komt van het Griekse "Oikos" en "Nomos"; huishouden. De kern van het huishouden is de keuken, dus de hoofdeconoom is een chefkok. Je moet exact weten wat er binnenkomt en wat er weêr buitengaat. Ik deed een kast open, waarvan die Yorek niet eens wist dat die bestond. Een stel boeken, alles bijeen vijfduizend bladzijden. Mijn gehele boekhouding. Ieder pakje boter, iedere gepelde garnaal.
    Yorek deed eindelijk zijn handschoenen uit. Hij zette zijn bril op, begon de turven aandachtig te doorbladeren. Ondertussen sprak hij: "Jij verdient nu 6000 euro per maand. Dus luister," ging ie voort, "Wat zou je ervan zeggen, als je daarvan nu eens 2000 per maand in de zaak zou investeren."
    Hij was duidelijk onder de indruk van al mijn cijfertjes, van mijn grafiekjes zelfs.
    "Je wordt dan aandeelhouder van het huis. En dan kan je tegelijkertijd een beetje voor controleur spelen."
    Zoals al gezegd: hier een paar meter verderop was er  een kantoor van de KGB. Controleurs waren een nationale trots.
    Het plan was om die Marijnissen met zijn rug tegen de muur de drijven. Dat hoefde niet lang te duren. Soms kwam hij zeer vroeg 's morgens al eens langs, vlak voor de grote drukte begon, dus meteen de volgende dag liep ie ons, Yorek en mij tezamen, tegen het lijf. We stonden allebei recht, in de lobby, die verder helemaal verlaten was.
    We lieten hem alle papieren zien. Het enorme deficit in zijn berekeningen. Dat deficit was bloot komen te liggen, omdat nu mijn eigen cijfers van de totaalbedragen waren afgetrokken.
    De man sloeg bleek uit maar ontkende alles, bij hoog en bij laag. Voor zover hij daar de energie toe vond, want wél was hij gigantisch hard geschrokken. Een donderslag bij klare hemel. Een volmaakte, negentiende eeuwse operette.
    "Mijn cijfers kloppen!" riep hij. "Maar deze cijfers, die je me voorlegt, dié kloppen niet. Het zijn de cijfers van Frederik die niet kloppen!"
    Dat bleef ie maar zeggen. Net zolang tot ik er kwaad om werd. Mijn economie was in Sint-Petersburg mijn leven. Alleen al wat de ingrediënten betreft, moet een chefkok àltijd maken dat er zo weinig mogelijk verspild wordt; heet gekookt water moet nadien nog voor een soep kunnen dienen, en daarna nog eens voor een bouillon. De resten van een varkenspoot moeten nog in een stoofpan kunnen, ook érg veel kan worden diepgevroren; ieder minste stukje eten kan blijven reïncarneren, net zolang tot het geconsumeerd is. In het verleden draaide ik, als ik mijn best deed, met een "verspilling" van 6 procent, dat was een regel, en dat was eigenlijk  nog steeds iets te veel; in Sint-Petersburg had ik mijn recyclagesysteem op het fanatieke af weten te perfectioneren, dat was een ambitie geweest, die mij op de been hield; inmiddels draaide ik op twee of drie procent verspilling, maximaal. Dus die opportunistische dief, die mocht zijn bek houden, toch zeker als het over mijn boekhouding ging!

    


Geen opmerkingen: