vrijdag 2 oktober 2020

chefkok 11


11.
Uiteindelijk werd Marijnissen koud gepakt door de cijfers. Het ogenblik was een definitie van "door de mand vallen". Hij zakte ook bijna letterlijk in elkaâr, toen hij bij het binnenkomen moest inzien, hoe mijn Antwerpse vriend Fonny en de inmiddels bloeddorstige Yorek, en ikzelf, recht tegenover hem stonden, de kaften, de dozen met rekeningen, de gehele afrekening op tafel. Hij verdampte bijna als een vampier voor de zon.
    Toch werd hem weinig ten laste gelegd. Hij was niet de eerste de beste. Hij wist bijzonder veel erg interessante details over het reilen en zeilen van zijn zakenpartner, Yorek. Dat ging over zaakjes die Yorek liever niet aan de grote klok zag worden gehangen. Maar terwijl ikzelf alsmaar erger werd opgewaardeerd, tot quasi de gerant van de gehele keet, zéker op de momenten wanneer Yorek in verre buitenlanden toefde, precies terwijl zagen we Marijnissen neêrzinken tot, op den duur, het niveau van nauwelijks nog een administrator. Maar meer niet, hem ontslaan, was niet mogelijk. En zo hielden Yorek en Marijnissen mekaârs potje dicht.
    Marijnissen had een nauwe verbintenis met een Engelse gangsterclub aan de andere kant van Sint-Petersburg. Op een ogenblik is hij in die mensen hun opdracht naar Schotland verhuisd, met zijn hele gezinnetje, om daar als een soort conciërge voor een kasteel te dienen, echt krankzinnig... Het was een rondreizen als in de romans van Leopold Von Sacher-Masoch.
    Ik zag hem nog vertrekken, maar zelf was mij ook geen gedurig lot meer beschoren in de Terra Cotta. Al zag ik het niet echt aankomen! Op een middag kwam ik langs de achtergevel, bij de backstage-poorten van de keuken, klaar om weêr aan de slag te gaan als altijd; maar ineens scheen mijn sleutel niet goed te werken. Ik wilde om bijstand vragen, maar aan wie? Ik probeerde opnieuw, maar toen begreep ik het, als een donderslag: het slot was vervangen. Ze hadden van de ene moment op de andere het slot vervangen - natuurlijk omdat mijn souschef, de door mij opgeleide Witrus, nu zélf alle kneepjes onder de knie had. Hij kon geen sikkepit méér dan wat ik hem had aangeleerd - maar dat verschil telde voor niemand. Hij kopieerde m'n kaart, en gedaan.
    Een paar andere eethuizen van de stad kwamen me opzoeken op m'n appartement, maar daar had ik geen oren naar. Het duurde wel twee maand om in te pakken, om bij te leggen met sommigen, om nog harder te ruziën met nog anderen. In die korte tijd zag ik de Terra Cotta niet zonder leedvermaak ten onder gaan, zo waanzinnig vlug; al het clienteel, waar ik zo keihard voor had gevochten, iedere dag, twee jaar lang, was na een paar weken terug foetsie. Alles voor niks. Zelfs niet voor het geld - ik moest er alles bijeen meer dan een kwart miljoen euro bij mekaâr hebben verdiend - vreemd genoeg bleef daar niks van over. Ik was ongeveer zo kaal als toen ik hier arriveerde. Het enige dat ik op zak droeg, was mijn ticket naar Düsseldorf.

wordt niet meteen meer vervolgd
    


Geen opmerkingen: