vrijdag 9 oktober 2020

gast-auteur

HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken

Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel die hem met zijn veertigkoppige expeditie zal vergezellen door de jungle. Onderweg slaan de dragers aan het muiten en tot overmaat van ramp worden hij en Duvel door kannibalen gevangen genomen. In hun dorp aangekomen, blijkt de verdwenen landgenote daar aan het hoofd te staan.


aflevering 33


‘Mijn vriend, zeg je… Als ik het allemaal op voorhand had geweten, was ik nooit met die overstag gaande boekhouder scheep gegaan. Niet enkel leest hij over to be or not tot be, of luistert hij elke dag naar die stijfdeftige Schubert. Nee, voor hem is de som van één plus één ook weer één. Snap jij nu zoiets? Als je daarin gelooft, moet je als boekhouder wel mislukken. De man is een volslagen mafkees, echt waar. Wist je, dat hij een dodelijk verliefd kalf is? Zelfs nog meer dan ik stapel op jouw goddelijk lijf? Maar zijn zogenaamde ‘onbaatzuchtigheid’ gebiedt hem zijn eigen liefde op de tweede plaats te stellen en woord te houden, door jou ongehavend terug naar jouw Prins te brengen. Die Prins mag dan een machtig zakenman en met drie goedlopende naaiateliers een schatrijk industrieel zijn. Geloof me, hij weet niks over de egoïstische liefde. Daarvoor is hij elke dag van ’s morgens vroeg tot zeer laat ’s nachts te druk bezig. Met zo iemand aan je zijde moet je wel volkomen uitdrogen en je leven als een uitgerafelde voetveeg beëindigen. Gelukkig maar ben je mij tegengekomen! Zo heb ik niet langer spijt hier te zijn aanbeland. Nu ik jouw lijf gezien heb, weet ik zeker nooit meer aan rassenvermenging te zullen doen. Jij hebt het beste in me naar boven gehaald. Echt waar! Jij Jane, ik Duval. Voor één keer heeft ons boekhoudertje gelijk: samen zijn wij tweeën één. Ik zie ons al elke dag twee of meerdere keren de zelfzuchtige liefde bedrijven. Vandaag. Morgen. En als ik verder kijk dan mijn neus lang is, zelfs ons hele leven lang. En nu hop naar het echte paradijs!’

   

‘Het echte paradijs? Waar heb je ’t over?’

   ‘Wel ja, heb je al eens goed jouw dwaze verantwoordelijkheid jegens de dorpelingen in overweging genomen? En heb je die stofnesten in alle hoekjes en kantjes van het door jou zogenoemde paleishut ook al eens bekeken? Een paradijs voor spinnen, ratten, adders, faraomieren en ander ongedierte. Wat een verschil: deze zweterige laagvlakte, vergeleken met de oevers langs het Tanganyika-meer! Daar, in die milde en zalige temperatuur op een hoogte van duizendvierhonderdzestig meter, tussen de nog zeer talrijke luipaarden, zebra’s, leeuwen en chimpansees, bouwen we aan ons liefdesnestje: een idyllische boomhut, vanwaar we enkel onze armen hoeven uit te strekken voor het plukken van bananen, kokosnoten, ananassen…’


Wordt Vervolgd





Geen opmerkingen: