zondag 24 februari 2019

ONS FEUILLETON




DE VLUCHT 
VAN
DE LEVENDE KANONGSKOGEL


feuilleton in  17 afleveringen


door don vitalski











aflevering 4

logischerwys kwamen er nog een heleboel andere circus-artiesten in dit wondere café naar binnen gestrompeld - allen getuigen van het incident met de kanonskogel; de meesten hun kleêren verbrand, sommigen hun haren verbrand, allen met roetstrepen en bulten op het effen-geblazen gezicht. de luizenaap wist zich inmiddels neêrgezeten aan de enige fatsoenlyke tafel voorhanden - op zo'n manier op een hoge, houten zitstoel, dat 'ie het meisje met de purperen tong gemakkelyk in de gaten bleef houden. ze was ongemeen mysterieus vandaag, en bewoog zich buitengewoon sierlyk...
    de indiaan was hem een plank komen overhandigen, waarop een steelpan met spek, en voorts een stapeltje boterhammen en een doos met bruine suiker. meteen kwam katinocenov, de meester-spion van het circus, recht tegenover hem te zitten, geflankeerd door de pinguïn, de prediker en de laffe giraf. nog anderen schoven aan, maar die zag de luizen-aap niet zitten.
    "zeg 'ns," vroeg katinocenov met veel nadruk. "die kruiter, daarjuist, wat wist die jou nog allemaal te vertellen?"
    "de kruiter? niks," zei de luizenaap. en legde één van zyn boterhammen voorzichtig in het vet van de pan. "maar," sprak 'ie nog, "in ieder geval was de kruiter ook zélf van zyn sokken geblazen. hy was er al die tyd zeker van geweest dat ze zouden mislukken..."
    de prediker knoopte zyn jas los en sprak uit:"het is goed zoals het gelopen is, helemaal. de kanonskogel zaaide onrust. voor altyd."
    "die onrust," zei de indiaan, "die is vanmiddag pas begonnen!"
    "misschien wel, ja," sprak katinocenov.
    "wel, in alle geval," zei de luizenaap, "in alle geval heeft de kruiter het my opgedragen, het gebeuren te gaan melden op het secretariaat."
    "op het secretariaat? dus ook al aan jou, heeft die dat gevraagd?"
    "aan wie dan anders nog meer?"
    "nog minstens drie andere figuren gevraagd... hy vroeg die allen: ga dit aangeven op het secretariaat!"
    "maar - ik kom daar niet graâg..."
     eens zyn boterham geheel en al van het malse spekvet was doordrongen, strooide de luizenaap er met alle tien zyn vingers flink wat bruine suiker op; en begon dan, als eindelyk, met veel smaak, te smullen van het gerecht.
    iets verderop was het meisje met de purperen tong ermeê doende, een emmer water weg en weêr te brengen. nog meer circusartiesten met verbrande kleêren en verschroeide haardossen en wenkbrauwen passeerden haar. het was erg licht daarbuiten - maar toch, zag de luizenaap, toch scheen daar nergens een zon. kleurloze, roerloze, flinterdunne wolkjes bezaaiden de hoge hemel.
    "zou d'r anders," sprak de luizenaap, "zou d'r anders niemand van jullie naar het secretariaat willen gaan?
    "in jouw plaats?"
    "in jouw plaats, dat kan niet - maar: we zouden je best kunnen vergezellen. dat zeker wel."
    "ik heb daar geen tyd voor," zei de giraf.
    "ik anders helemààl niet," zei de pinguïn.
    "voor my is het best oké," zei de prediker. "ik moet," sprak hy, "ik moet eigenlyk sowieso nog naar het secretariaat. dus: ik wil je zeker vergezellen. als je wel niet te dichtby me komt,"- en omstandig legde de prediker hem nog uit, dat hy nu juist, na veel gedoe, van al zyn eigen ongedierte was afgeraakt. de gehele kapel was vergeven geweest van torren en teken; zyn kazuifel, zyn tabernakel; allemaal vlooien en torren en bladluizen; die waren nu allemaal eindelyk met vitriool en met stofzuigers, opgeruimd.
    katinocenov deed teken naar de indiaan, die zelf, optenief, bezig was met te proberen, het gezelschap te passeren. "heb je nog meer van die spek," vroeg katinocenov. "zo ook, liefst, met van die bruine suiker?"

WORDT VERVOLGD
    
     


Geen opmerkingen: