zondag 24 februari 2019

ONS FEUILLETON

de levende kanonskogel is afgeschoten geworden met een afschietkanon. zyn helper, de kruiter, heeft de luizenaap gevraagd om dit dringend te gaan melden op het secretariaat. maar: deze luizenaap zelf, is eerst wat gaan eten in een staminee genaamd "de vallei van de hangenman..." 


DE VLUCHT VAN
DE LEVENDE KANONGSKOGEL


feuilleton in  17 afleveringen

door don vitalski









5.
de luizenaap vond het ook zelf zeer jammer, lezers, dat 'ie alsmaar aan deze tafel bleef neêrzitten, in plaats van onderhand in actie te willen schieten. maar: om zo roerloos ter plekke te blyven toeven waar hy nu toefde, deden zich natuurlyk legio goeie redenen voor. ten eerste: het secretariaat was geen fyne eindbestemming voor hem, daar was 'ie gewoon niks verloren. ten tweede: door die explosie van daarjuist, floten z'n twee oren en begon, om de zoveel haverklappen, z'n neus vanzelf te bloeden - hier nog zwygende van de rugspier- en andere spierpynen, dewelken-'ie gewaarwerd sindsdien. naar het lazaret? was ook niks voor hem. maar hierzo, dit lekkere eten - was niet slecht... z'n eigenste brood was alweêr op, maar van de anderen aan tafel, kreeg 'ie nog af en toe een korst. ten derde of ten vierde: de luizenaap kon zyn ogen niet afhouden van het meisje met de purperen tong, hetwelk inmiddels aldoor naar binnen en naar buiten liep, haar prachtige kleêrdracht telkens weêr herschikkende - op den duur kreeg 'ie de indruk, zonder meer, dat ze bezig was met naar hem te lonken. dat kon eenvoudigweg niet waar zyn - maar: was het niét zo, dat ze wel zéker naar hem glimlachte? de luizenaap was hier iets vroeger gekomen dan die anderen; misschien vandaar... en ten slotte: de prediker en de meesterspion, die wel beweerden, hem naar het secretariaat te willen vergezellen, bleven net zo goed alsmaar ter plekke, oeverloos neêrzitten, en voortbabbelen; veeleêr brood by-bestellend, dan gezwind rechtkomend.
    "wat my bezighoudt," zei katinocenov, de meesterspion van het circus, terwyl die nu ook doende was, appelmoes op zyn eetbord te pleuren, "dat is," sprak 'ie, "dit volgende, - een merkwaardig gegeven, wat ik je brom: dat de luizenaap," sprak 'ie, "echt làng niet de enige bulderdranger is, aan wie de kruiter gevraagd heeft om, zo rap het kan, het secretariaat te gaan verwittigen."
    "o? wie nog meer, dan?" vroeg de prediker.
    "nog een heleboel andere figuren - ja, minstens vier anderen nog. en by allen met diezelfde zweem van aandrang. alsof zyn leven d'r byna van afhing."
    "da's vreemd, inderdaad. maar," zei de prediker nadenkend. "de kruiter zal niet verdacht willen worden."
    "inderdaad," zei de pinguïn. "hy zal willen hebben," sprak 'ie nog meer, "dat zyn boodschappers de geruchten vooruitlopen. want: wat is er nog méér vreselyk dan geruchten?"
    "zeg," zei de meesterspion. "wat bedoel je?"
    "wel," zei de piguïn meteen. "een jaar of drie geleên alweêr, hebben de kruiter en de levende kanonskogel zich al wel 'ns in nesten gewerkt met hun kanon - en dan nog wel," sprak hy voort, "by de secretarisvogel. kennen jullie dat verhaal dan niet? de kruiter heeft het my verteld, nog niet zolang geleên. maar ik had er sowieso al wel van gehoord."
    "laat maar allemaal zitten," zei de giraf voorzichtig. maar: de pinguïn bleef voortbabbelen. "ze waren weêr 'ns keihard aan het knutselen geweest, aan een zoveelste schietkanon - nog maar eens, als vanouds, ervan overtuigd, ditmaal op het goeie spoor te zitten."
    "de kanonskogel misschien," sprak de luizenaap. "de kruiter heeft er nooit iets van geloofd. de kruiter is de plannen van de levende kanonskogel aldoor aan het saboteren geweest."
    "welja," zei de pinguïn ferm. "in ieder geval: ze hadden reden genoeg om schrik te hebben; immers: als de vlucht van de levende kanonskogel nu eindelyk, plotseling, toch wél zou slagen - wat zou het bestuur daar dan van zeggen? zouden er sancties komen, van het secretariaat?"
    "wat zou dat van belang zyn geweest voor de levende kanonskogel? als die hier dan toch foetsie zou zyn geweest voor altyd?"
    "maar - de kruiter, die zou hier wél zyn achtergebleven."
    "de kruiter," zei de luizenaap. "ik zeg je net: die heeft nooit oprecht in die vlucht van zyn vriend willen geloven."
    "verdomme," zei de pinguïn ongeduldig. "dan zal die gedaan hebben alsof, nu goed? om de kanonskogel te amuseren. in ieder geval, daarover gaat het - in ieder geval hebben ze toen een tydlang gedaan alsof - ik bedoel: alsof de levende kanonskogel foetsie was, alsof 'ie zou zyn afgeschoten, door dat kanon. maar in waarheid, in plaats daarvan, heeft de kruiter my gezegd, in plaats daarvan hield de levende kanonskogel zich toen al die tyd schuil ergens in het berenbos."
    "ga weg!!"
    "echtwaar..."
    "ga weg!!..."
    "maar: daar is toen ontzettend veel over geroddeld en gefezeld en gezeverd!"
    "nooit niets van vernomen!"
    "ik evenmin..."
    "ze hebben toen willen afwachten hoe het secretariaat hierop zou hebben gereageerd. dus - ik bedoel: door te doen alsof hy hier pleite was. dat was een test. om te zien wat er zou gebeuren."
    "en? wat wàs dan die hun reactie?"
    "gelukkkig is er toen kennelyk niemand naar de directeur gerend..."
    "stel je dàt voor!"
    "nog voordat het secretariaat formeel van dit gebeuren op de hoogte kwam, is toen, informeel, by de vaat, iemand van het vlooiencircus de secretarisvogel gaan verwittigen. die van het vlooiencircus had de levende kanonskogel toen namelyk uit het berenbos zien komen."
    "voor 'n goeie fles advocaat, zeker?"
    "dus: de secretarisvogel is toen naar de levende kanonskogel op zoek gegaan - luister hier, als je nu metéén deze gehele flauwekul stopzet, en afzweert, dan zal ik er persoonlyk voor zorgen, dat dit geen staartje meer krygt."

WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen: