woensdag 27 februari 2019

ONS FEUILLETON

DE VLUCHT VAN
DE LEVENDE KANONGSKOGEL


feuilleton in  17 afleveringen

door don vitalski



















8.
nog steeds hadden de luizenaap en zyn gezelschap zich niet naar buiten begeven, maar waren de prediker en de meesterspion, als een tegendeel daarvan, spek met bruine suiker blyven bestellen - net zolang totdat de indiaan onze vrienden liet weten, waarom er zich een probleem voordeed; er waren wel, zo gaf 'ie aan, nog erg veel àndere soorten van suiker in voorraad - maar: de bruine suiker was op. en toen zag de luizenaap het gebeuren, lezers, dat er paddenstoeltjes werden besteld, wellicht vooral om de indiaan een beetje te provoceren. de luizenaap had van meet af aan geen halve nikkel op zak gehad - het gevoelen, geld op zak te hebben, was hem vreemd, hy pakte altyd maar datgene, wat hem in zyn richting werd geschoven, steeds door honger en dorst geplaagd - al zouden dààrtegen die kleine, schurftige paddenstoeltjes hem geen soelaas bieden. en toch: hy slikte die één na één door, zonder kauwen, met stengel en alles - niet wetende wat anders te doen. koude maar ook plotseling warme rillingen doorwoelden zyn gehele lichaam, ogenblikkelyk. nog méér ogenblikkelyk voelden-'ie zich helemaal duizelig worden, mede door het zicht op al die vreemde, onafgebroken zo erg luidruchtig pratende gezichten overal rond hem. vertwyfeld bezag 'ie zyn eigenste, donkerbruine vacht, en alle naarstige luizen daarin. hy wilde zich krabben - maar: dat lukte niet zomaar.
    "halt!" sprak de luizenaap zeer luid, zich met alle twee zyn grote handen op het tafelblad overeind drukkend. de prediker en de meesterspion, maar ook de pinguïn en de laffe giraf, schenen verrast naar de luizenaap te willen omzien. zodat laatstgenoemde de aandrang gevoelde, een zo gewichtig mogelyke opmerking uit te spreken. wat voor 'n opmerking dan wel precies? daar had 'ie zelf geen idee van... hy deed zyn mond open - waarna de meesterspion hem, met een vriendelyk gebaar, scheen te willen vragen:"wat heb je?" maar: de luizenaap sprak alleen maar uit:"laat my!!"
    hy wankelde door het vertrek, min of meer in de richting van de schuifdeuren. de indiaan keek hem zorgelyk aan. "is het dan zo erg met my gesteld?" dacht de luizenaap verwonderd. hy wist zich misselyk worden - maar die misselykheid bezorgden-'m tegelyk, naar 'ie het merkte, een zekere behaaglyke overmoed, dankzy dewelken-'ie zich krachtdadig tot buiten, tot vlak voor het meisje met de purperen tong bewoog.
    "kom maar hier," zei dat mooie meisje. en sprak nog:"kruip maar in die ton daar, dan zal ik jou eens wassen!"
    het viel hem moeilyk om haar woorden te begrypen. hy kon ook niet aan de weet komen of ze ernstig was of niet.
    "dan zal ik jou," zei ze, "dan zal ik jou eens helemaal proper schrobben. wat tyd zal worden! verdorie, zie toch 'ns - al jouw vervelende rotvliegjes overal!"
    was ze bezig, hem uit te lachen? dat kon 'ie gewoon niet bepalen. hy verzon dus maar iets helemaal anders. hy hoorde zichzelf uitspreken:"vind jy - dat ik - naar het secretariaat zou moeten?"
    "om wat te doen? om de kruiter te helpen?"
    "ik weet niet..."
    "waarom dan eigenlyk? jy hebt daar toch allemaal geen zaken meê?"
    "de kruiter," zei de luizenaap, "is een vriend."
    "komaan," zei het meisje met de purperen tong dwingend. "doe je pyjama muit. ik ga jou van onder tot boven helemaal kaal schrobben. anders mag je hier echt nooit meer komen."

WORDT VERVOLGD 



Geen opmerkingen: