maandag 25 februari 2019

column streekkrant editie antwerpen

PLATVOS

Pas hoorde ik nog eens een prachtig, oer-Antwerps dialectwoord. We zaten op café, en het gesprek ging over "Het Heet Frietje", meteen na Frituur Richard te Borgerhout, de meest legendarische frituur van 't stad. Die frituur is niet erg groot, maar toch is het lang zoeken naar een Sinjoor die er nog géén viandel van heeft gegeten - om de eenvoudige reden, dat dit een mobiele frituur is; de ene keer staat 'ie aan de Bosuil, de andere keer op de Konynenwei. Het lot wil nu echter, dat die frituur vorige week donderdag, ter hoogte van Berchem, is afgebrand. In het midden van dit gesprek liet Tony Argil van zich horen, berucht vrywilliger by het Oud Badhuis. Hy riep uit:"Awel - en toch zal ik vandaag nog een goeie friet steken - al moet ik er voor naar het hol van Pluto." Die laatste uitdrukking, "het hol van Pluto", is trouwens ook reeds een Antwerpse standard. Als je in Antwerpen tàmelyk ver weg moet, ga je naar "Bommerskonten", als je héél ver weg moet, ga je naar "Tjakamaka," maar als je echt héééél ver weg moet, dan heet het dat je naar "het hol van Pluto" verdwynt. "Het zal u wel lukken," zo zeverde een andere tooghanger. "Platvos die gy zyt!" Een platvos... Myn oren tintelden... Een platbroek is een bangerik, een plattekeessmoel is een bleekscheet, en een platvaag is een slappeling - maar een "platvos", da's echt een categorie apart. Ik ben het gelyk nog eens gaan opzoeken in myn beste Antwerpse dialectwoordenboek, geschreven door Freddy Michiels:"een platvos", zo staat hier genoteerd, "is iemand die alle watertjes doorzwommen heeft, en die dus van alle markten thuis is." Inderdaad: een platvos zal wel altyd ergens aan zyn frietjes geraken...



Geen opmerkingen: