donderdag 1 oktober 2020

gast-auteur

HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken


wat voorafging: Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel, die hem, met zijn veertigkoppige expeditie, zal vergezellen door de jungle.


aflevering 26


Dag 16:


Verblind door het felle ochtendlicht werden de slaapdronken Duvel en ik uit het zwarte hol gegooid. Daardoor duurde het even voor ik me realiseerde dat er een half ontklede blanke madame voor onze neus stond. Zij droeg slechts twee zebravelletjes. Het onderste vertrok als een hangend sliertje onder de navel en bedekte de ganse lege ruimte tussen haar prachtig benenstel tot aan de knieën. Jammer dat die grote kring van Sukkeluu’s met hun dreigende kurketrekkers rond haar dit keer minder oog voor mijn algehele verschijning hadden. Want kijk, mede als gevolg van mijn langdurig gedwongen celibaat, daar ik in Afrika niet aan rassenvermenging wilde doen, veranderde mijn kleintje in een alles overtreffende kanjer. Zie, dit keer plooide niet één Sukkeluu dubbel. Dit keer ook geen gejoel! Zelfs minder nog: niet één durfde zijn mond open te trekken. Alleen madame had het voor ‘t zeggen. ‘Who are you? Qui êtes vous? Wie zijn jullie?’

   

‘Hij Fransman, - nee, Hollander! Ik uit Kempen,’ zei ik, de Vlaamse eenvoud van het Sukkeluutaaltje betrachtend.

   De madame leek zich eventjes te willen overgeven aan de zwaartekracht door zich bij deze woorden vrijwillig in mijn armen te storten. Ofwel was ze bij het herkennen van mijn koetervlaams en het horen van onze  nationaliteit even blij als uitgelaten. Ofwel was ze, tijdens mijn minutenlange gewenning aan het zonlicht, niet minder dan ik op dierlijke wijze opgewonden geraakt. Gelukkig richtte het knappe blondje haar hoofd tijdig op. Probeerde zich ernstig te vermannen.
    De beroemde ontmoeting tussen de ontdekkingsreiziger Stanley en de door de jungle opgeslokte predikant Livingstone bij het Tanganyika-meer indachtig, nam ik mijn tropenhelm af, drukte haar plechtig de hand en sprak toen de volgende historische woorden uit: ‘Clara Jansen, naar ik aanneem?’ En vervolgens, na het wegen van een langdurige stilte: ‘Ik dank de Heer dat ik u eindelijk zie! Wij zijn naar u op zoek om u terug te halen naar huis. Naar uw dagelijkse typewerkjes op de drukkerij van de heer Van Damme. Naar uw welgestelde verloofde, genaamd Prinsen. Of is het Prins?’


WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen: