zaterdag 10 oktober 2020

gast-auteur

HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken

Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel die hem met zijn veertigkoppige expeditie zal vergezellen door de jungle. Onderweg slaan de dragers aan het muiten en tot overmaat van ramp worden hij en Duvel door kannibalen gevangen genomen. In hun dorp aangekomen, blijkt de verdwenen landgenote daar aan het hoofd te staan.


aflevering 34

Dat Duvel gister hier had liggen luistervinken, stond nu buiten kijf. Ik stelde me al voor hoe die pad met zijn dunne kikkerarmpjes en kromme springbeentjes al begon om, zoals in het sprookje of de diepste dromen van heel wat jonge vrouwen vandaag, zich in haar bijzijn uit te kleden tot hij eruitzag zoals haar Tarzan in die boekjes van Edgar Rice Burroughs. Met een figuur als het zijne zou hem dat nooit lukken.

   ‘En hoe bescherm jij me dan tegen de wilde beesten? Want lopen er daar ook geen tijgers rond en kaketoes en beo’s?’

   ‘Bah nee! Tijgers, beo’s en kaketoes wonen in Azië. En zie, achter mijn gordel zit een geweldige dolk. Eenmaal ginds worden wij nog een legendarisch koppel! Jij Jane! Ik Duval!’

   Mijn maat bracht zijn handpalm voor de mond en joelde dat het een lieve lust was. Doordat hij die gesloten vingers aanhoudend van zijn lippen verwijderde en weer dichter bracht, kreeg het enthousiaste, galmende geroep naar de hoogste kruinen van de bomen iets dat tussen joelen en jodelen lag. Zelfs de brulapen zwegen.

   

Terwijl ik na zijn laatste galm nog in de stilte luisterde, de oren weid open tegen de paleishut, voelde ik hoe mijn vuisten zich balden. Niet enkel had Duvel me door zijn domme, zelfzuchtige motieven lelijk gekleineerd; vooral had hij mijn plan om Clara met praatjes over onze Westerse beschaving en cultuur te bewegen om terug naar huis te keren, volledig gedwarsboomd.

   Ondermijnd had hij: al mijn gezwoeg, al mijn geleverde inspanningen en getrotseerde gevaren. Hij had mij en heel mijn reis kapot gemaakt! Geen spaander bleef ervan heel. Ik was razend! Aan het gesnurk van een dichtbije Sukkeluu te horen, was die jongen tijdens de voor hem onbegrijpelijke Nederlandse praat en ondanks het opnieuw begonnen, aanhoudende gekrijs van de brulapen ook, in een diepe slaap gesukkeld. Ik schudde hem wakker. Toonde hem de laatste twintig shilling in mijn broekzak met de vraag deze muntjes te ruilen tegen zijn zakmes. Dit alles in gebarentaal natuurlijk. Hiervoor deed ik of een stokje ter grootte van zulk ‘n zakmes, dat daar toevallig in het zand lag, de scherpte had van een blinkend lemmet waarmee een dun en kort boomstammetje dat de hals van Duvel moest voorstellen, telkens en telkens weer met één razende haal werd afgesneden. In andere omstandigheden kost zo ’n zakmes twee shilling. Maar dit keer had ik alles voor de ruil over.


Belangrijke nota van de redactie:

Na Dag Achttien werd het logboek nier langer door het karavaanshoofd aangevuld. Ofwel hebben de spirituele leider en zijn technische uitvoerder Duvel de ene de andere, ofwel elkaar uitgemoord. Ofwel zijn zij later samen met Clara of Jane volledig door de jungle opgeslokt. 


WORDT VERVOLGD...

 








Geen opmerkingen: