vrijdag 16 oktober 2020

gast-auteur

HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken

Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel die hem met zijn veertigkoppige expeditie zal vergezellen door de jungle. Onderweg slaan de dragers aan het muiten en tot overmaat van ramp worden hij en Duvel door kannibalen gevangen genomen. In hun dorp aangekomen, blijkt de verdwenen landgenote daar aan het hoofd te staan.

aflevering 39


Nairobi, 24 oktober 1929


Pas vandaag Oscars brief op de receptie van John A. Mitchells hotel te Nairobi aangekomen. Het gaat om het originele handschrift. Volgens de briefomslag had zijn moeder hem verzonden.

   De brief bevatte geen topografische aanwijzingen omtrent de reis die Oscar toen op het punt stond te ondernemen. Behalve enkele details over de oorlog, heel wat over zijn beweegredenen en zijn voor een boekhouder, ongezonde afkeer van getallen.


Dag Vader,

bedankt dat je mij voor altijd het ouderlijk huis hebt uitgebonjourd! Ik heb niks meer nodig. Van jou niet. Van niemand. Kan geen getallen meer zien! Het leven van een boekhouder voert van geboorte naar dood. Omdat we maar één keer leven, wil jouw zoon in de eeuwigheid verblijven. Eeuwigheid, nou ja… Eigenlijk weigert hij nog twee opeenvolgende stappen te zetten. Ten minste wil hij zo langzaam vooruitgaan dat het lijkt of ook de tijd stilstaat. Natuurlijk kan dat alleen als je zonder horloge leeft; dus zonder getallen. Tien dagen of tien maanden worden dan éénzelfde dag. Die kwestie om iets kort of lang te laten duren had jouw zoon acht jaar geleden al in ‘t snot. En daarna heeft hij al zijn energie moeten aanwenden om de erfenis van jouw en onze dierbare voorvaderen als een ondankbare hond, - zo zal het al onze vrienden en kennissen wel voorkomen, - aan de ganse familie terug te geven.

   

Het overkwam me tijdens de laatste dagen van de Grote Oorlog. In Nieuwpoort had men alle sluizen van de Yzer dichtgedraaid. Ik bevond me met twintig andere infanteriesoldaten in een door water halfvol gelopen loopgraaf nabij Veurne. Door de hagel van kogels en andere projectielen rakelings overheen onze hoofden, gaven wij de voorkeur aan verzuipen. Desondanks beval de kapitein ons dat we moesten oprukken. Terwijl hij de ziel uit zijn lijf schreeuwde, plotsklaps een oorverdovende knal! Onze kapitein stond er nog, ‘n beetje leunend tegen de opgestapelde zandzakjes dat wel, maar waar zijn hoofd gebleven was, kon niemand zeggen.


WORDT VERVOLGD

Geen opmerkingen: