vrijdag 2 oktober 2020

HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken


wat voorafging: Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel, die hem, met zijn veertigkoppige expeditie, zal vergezellen door de jungle.


aflevering 27


Waar ik, zoals bij Livingstone, woorden van grote dankbaarheid had verwacht omdat zij me hier mocht verwelkomen, schoot ze heftig uit haar kram. ‘Prinsen! Nu mag die miljonair wel aan het hoofd staan van drie naaiateliers, ik moet die saaie Piet (hier met hoofdletter!) allang niet meer. Anders was ik na mijn beklimming van de Kilimanjaro wel uit eigen beweging naar huis gekeerd.’

   ‘Dat u nog niet gevierendeeld tot in de zesde macht en langs de hongerige mondjes van het dorp de pijp uitgegaan bent, verwondert ons wel!’ Ik zei ‘ons’ omdat ik de ladderzatte, nog steeds uitgeputte Duvel aan mijn zijde aan de hand van allerlei dorstige kuchjes en slikkende geluidjes langzaamaan op zijn positieven hoorde komen. Om mijn belabberde bediende aan haar voor te stellen, week ik een beleefd stapje achteruit. 

   Hun kennismaking leek me minder formeel; in elk geval niet van dien aard om in de nabije toekomst door de Keniaanse officiële historie openbaar te worden gemaakt. ‘Oh, maar wij hebben elkaar al eerder ontmoet. In Mombasa. Landmeter Duval, - is het niet?’

   ‘Juist! Ik Duval. Jij Jane!’ 

   ‘Duval een landmeter? Oei, de man weet niet eens wat een cotangens betekent. Dus zou ik zijn beroep maar in wijs beraad houden.’

   Met Clara of Jane als inzet begon ons gebekvecht opnieuw. ‘Boekhoudertje! In Leiden heb ik aan de universiteit naast hogere driehoeksmeetkunde voor gevorderden ook waterbouwwerken gestudeerd.’

   ‘O ja? Vertel ons dan eens wat over communicerende vaten. De wet van Pascal!’

   ‘Met elkaar in verbinding gestelde vaten water lopen pas leeg als je ze schuin houdt.’

   

‘Nogal wiedes! Dat gebeurt met een ondersteboven gehouden fles rum aan je mond niet minder zo!’

   Dit betekende onze allerlaatste heftige woordenwisseling. Want ineens kwam Clara of Jane fel tussenbeide. ‘Stop! Ik begrijp het volkomen: jullie viriele heterokereltjes hebben vast teveel dagen en nachten met elkaar opgetrokken om in aanwezigheid van een vrouw met zijn tweeën nog door één deur te kunnen. Maar zoals ik van mijn onderdanen heb geleerd: de ene kerel is de andere niet. Daarom stel ik voor jullie beiden in een apart verblijf onder te brengen en jullie eerstdaags ook apart in mijn prachtige paleishut uit te nodigen. En ontspan je nu maar: deze krijgers zullen jullie heus niet zonder mijn bevel met hun kurkentrekkers te lijf gaan en de keel afsnijden. Profiteren jullie ook maar van een lang middagdutje. Dat zal hard nodig zijn. En er is eten en drinken genoeg!’

   Wij zagen Clara of Jane met haar prachtig wiegende derrière tussen de dichte haag van haar gevolg rechtsomkeert maken. Twee Sukkeluu’s bleven achter. Eén om Duvels bagage te dragen en hem de weg te wijzen naar zijn hut. De ander om me op mijn vraag met tal van handgebaren behulpzaam te zijn bij het opstellen van mijn eigen tent en grammofoon.


WORDT VERVOLGD




Geen opmerkingen: