maandag 19 augustus 2024

gast-auteur


VERZUCHTINGEN
door Robert Baeken

37.

PAUL

Na het ruzieachtige vertrek van zijn vrouw had Paul weer een van die ontmoetingen met zijn naamloze zelf. Eenvoudig uit te leggen hoe dat in de haak zit. Het was zijn overtuiging dat elk individu, door zich aan de gemeenschap in te passen, onvermijdelijk het slachtoffer wordt van een innerlijk vervreemdingsproces. Ofschoon Paul het niet had voor theorieën en zelden iemand over zijn ideeën sprak, was hij voortdurend bezig de ontbindende krachten van de ware identiteit te onderkennen. In de samenleving mocht hij een mislukkeling heten; verbonden met de oerbron beschouwde hij zich als een ingewijde, beschermd tegen de duizend waandenkbeelden van de gewone man. Want gewaarwordingen liegen niet. Oog in oog daarmee heeft het trouwens geen zin om te liegen. Wel werd hij, in tegenstelling tot vele anderen, die door bedrieglijke schijn grootheid menen te verwerven, gereduceerd tot een stofje in ’t heelal.
   Na het vertrek van zijn vrouw voelde hij een enorme leegte. Maar Paul bad niet tot de Heer. Hij had geen vriend, geen zekerheid. En nu probeerde hij zich te verzoenen met een leven zonder Vanessa. Dat zij het vanavond uit wrok met haar vermogende bewonderaar zou aanleggen, lag voor de hand. Maar wat had hij ermee te maken? Gelijk met die vraag weerklonk de bel.
   Het verraste hem dat Mathilde aan de deur stond, temeer daar zij haar komst niet had aangekondigd. Zij droeg een lichte zomerjurk. Haar kapsel, - meestal op een ouderwetse manier opgestoken, - hing los over de schouders. Paul dacht aan de duizend euro. Ondanks zijn belofte hadden ze nog geen cent gespaard. Jammer dat Vanessa niet thuis was. Zij wist altijd wel iets te bedenken waarom er geen geld was. Soms heette dat de verhoogde gasrekening; een andere keer lieten de auto en de wasmachine het op dezelfde dag afweten. Paul kon niet liegen. ‘Vanessa is een uur geleden vertrokken.’
   Kunstmatig vriendelijk vroeg ze te mogen binnenkomen. Als ze over het geld begon, zou haar toon anders worden.
   Paul probeerde de hartelijke sfeer in stand te houden. ‘Zullen we buiten gaan zitten? Het is een prachtige avond.’
   ‘Ik kwam toevallig langs en zag nog licht...'
   Paul geloofde niet erg in dit toeval. Mathilde holde achter de centen aan: een slechte gewoonte, aangekweekt tijdens haar opvoeding en verder ontwikkeld door Steph, haar schraapzuchtige echtgenoot. Na diens dood bezat Mathilde buiten diens kapitaal, enkel nog haar zoon en de winkel.
   Op het terras bood hij haar een ijsgekoeld fruitsapje aan. ‘Hoe gaat het met vader?'
   Mathilde zoog dorstig aan het rietje. Met zijn vraag, bedoeld als prikkel om die praathersenen van haar in gang te zetten, kreeg hij in detail te horen over het laatste bezoek van de huisarts. Paul knikte belangstellend. Zolang zij aan het woord bleef, wist hij dat het onderwerp haar afleidde van de centen, ook al ging het enkel over vaders bloeddruk of de nevenwerking van sommige medicijnen.

(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: