zondag 25 juli 2021

etymologie

"quatsch"
in de betekenis van "onzin".

in de nederlandse taal pas attesteerbaar sinds 1940.
geleend uit het duits, waar, sinds de 18e eeuw reeds, "quatschen" wil zeggen "onzin verkopen";
van het nog oudere duitse, klanknabootsende woord "quatschen" willende zeggen "met slyk gooien".

niets te maken met "kumkwat", de vrucht, van het kantonees "gam gwad", dwz "gouden mandaryn".  

Geen opmerkingen: