dinsdag 2 maart 2021

gast-auteur


HEKSENJACHT

door onze correspondent robertus baeken, vanuit de korenvelden van salem...









30.

Met mijn ogen op het opengevouwen briefje, hoorde ik mezelf verontwaardigd uitroepen: ‘Ja, dat stuk vergif moet eraan! En wel zo rap mogelijk!’ Hoewel ik dit besluit met de nodige kwaadheid en dus zeer beslist had doen opklinken, was het niet meer dan een arglistig hulpmiddel: de kortste weg en de enige mogelijkheid opdat we dadelijk weer samen zouden gaan zingen. In waarheid meende ik er geen woord van.

   ‘Na een wilde achtervolging door één van die toevallige voorbijgangers kwam Kamiel hijgend bij ons aan,’ ging Roosje verder. ‘Het eerste wat hij deed, was zijn baard afscheren!’

   ‘‘t Is hem geraden zich een tijdje schuil te houden. Is hij nog thuis?’

   ‘Zijn moeder tracht hem daar zolang mogelijk te houden, ja. Wie weet wat zijn plannen zijn!’

   ‘Verslaafd als hij is, zal hij zijn heks nooit van kant maken. Die klus is voor mij!’

   Hierna scheen scriptgirl Lucretia te willen opkomen voor de directe belangen van haar gekloven wereldbol. ‘Niet doen Ralph! Denk na. De rechters draaien je voor tien jaar de bak in.’

   Tussen Lucretia en Roosje kwam tot een heftig dispuut. ‘De heks zet haar jongste kabouter aan tot moord. Het scheelde geen haar of ik was er ook geweest!’

   ‘Een probleem voor de politie,’ hield de scriptgirl vol.

   Ondanks haar ongelijk bleef Roosje verhit doorgaan. Tot Jeannette tussenbeide kwam en krachtig opmerkte dat zij niks van wat hier gezegd werd, had gehoord! Nog krachtiger dan het laatste vraag- of uitroepteken klonk plotsklaps haar haal aan de accordeon. ‘Gaan we nog zingen?’

   Ik was de eerste om op te staan. En Roosje en Lucretia volgden wel, maar eerder schoorvoetend. Ook tijdens onze samenzang. De heerlijke, zacht glijdende golfstroom van voorheen was veranderd in een stel opspringende, valse noten, - onbeheerst gekabbel dat voortdurend werd onderbroken om de ander hiervan de schuld te geven. Het ontaardde. Volgens mij kwamen we in de buurt van een waterval. Reeds hoorde ik het gevaar van harde, op rotsen neerslaande stemgeluiden op me afkomen. 


Wordt Vervolgd

Geen opmerkingen: