woensdag 3 juli 2024

gast-auteur

VERZUCHTINGEN
door Robert Baeken

6.
De vrouw rekte het minuten langer dan nodig.
   ‘Zojuist stond iemand in het portaal naar je uit te kijken!’ Thyssens onverwachte tussenkomst bracht haar wat van de wijs. ‘Natuurlijk wil ik me nergens mee bemoeien.’
   ‘Mijn man! Hij moest vandaag voor de rechter verschijnen, net als jij!’
   ‘Hé, waren jullie daar ook?’
   ‘Enkel voor een kleinigheid! Ik weet nog niet waartoe hij veroordeeld is. Tijdens de zitting werd ik misselijk en toen ben ik naar buiten gegaan.’
   ‘Ben je niet benieuwd?’
   ‘Ik verneem het straks wel.’
   Zij hebben ruzie, giste hij. Of mogelijk zit hun relatie scheef. ‘Over het geval Thyssen ben je dus volledig ingelicht?’
   ‘Ik zou je liever niet als een geval beschouwen. Jouw reactie op het verraad van je ex verdiende meer begrip dan je van die gerimpelde kop hebt gekregen.’
   ‘Wat lief van je! Bedankt.’
   Dat zij toenadering zocht, was niet ongewoon. Door zijn beroep kwam hij vaak met krolse vrouwtjes in aanraking. Meer dan hem lief was, drongen ze zich in de roes van een uitgaansavond lichtzinnig aan hem op. Behalve dat haar elegante verschijning een onmiddellijke begeerte mogelijk maakte, waren de omstandigheden hier zo verschillend dat hij zich afvroeg wat ze voorhad. Terwijl hij haar blank gezicht met de schuine baret en de weelde van haar roodbruine haarlokken, reikend tot haar schouders, als een positief beeld vastlegde, werd hij zich pijnlijk bewust van sommige ervaringen met andere aantrekkelijke vrouwen. Daaruit had hij geleerd dat schoonheid ook in de val kan lokken. Speel haar die troef vooral niet in handen, dacht hij. Hou het hoofd koel. Tracht haar niet te begeren, of wek ten minste niet die schijn.
   Alsof hij enkel een vrijblijvend praatje wilde aanknopen, vroeg hij of ze in de buurt woonde. Op haar behoefte om te praten, reageerde hij met belangstellende knikjes. Terwijl ze uitlegde dat zij vanwege haar beroep als mannequin vaak uithuizig was, kwam hij aan haar tafeltje zitten. ‘Ik heb de indruk dat het niet zo best botert tussen jullie beiden,’ besloot hij, nadat Vanessa, zoals zij zich in de loop van hun gesprek aan hem had voorgesteld, het ook eventjes over haar huwelijk had.
   In het lusteloze slokje waarmee zij haar kop ledigde, ontdekte hij een gebaar van onverschilligheid. ‘Juist opgemerkt! Ik overweeg ernstig om een poosje van hem weg te gaan. Niet om me al definitief van hem te laten scheiden. Daarvoor is het me nog te onduidelijk wat er tussen ons misgaat. Want zie je, Paul is best een lieverd. Dus neem ik aan dat wij niet bij elkaar passen. Of anders deug ik niet.’
   ‘Ja...’ zei hij enkel. Eigenlijk had hij met een gepast gezegde op haar woorden willen inhaken, maar hij wist niets beters te bedenken dan een peinzende blik, bedoeld om de indruk te wekken dat hij haar interessant vond. Thys dacht eraan dat hij, wilde hij niet te laat thuiskomen, zou moeten opstappen. Daarom kwam het goed uit dat zij op haar horloge keek en terloops opmerkte dat het middag was.

(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: