wanneer ik, na zeer lange tyd, myn goeie vriend bent nog eens tegenkom, zit ikzelf geestelyk juist op een soort van nulpunt. na veel melodrama om niets, heb ik allerlei dingen losgelaten, en is het kalm in my. toen bent er veertien was en zelf was ik er twintig, was ik een kleine goeroe voor hem. na verloop van tyd stak zyn reputatie de myne in het kwadraat voorby. in myn jaren als late twintiger, jonge dertiger stemden dit onderscheid en deze gang van zaken my bitter en wanhopig, waardoor onze vriendschap er misschien op achteruit ging, al weet ik dit niet zeker, omdat ikzelf wel expliciet analytisch leef, maar bent juist geheimzinnig is als een sfynx. nu ik op myn manier de dingen voor mekaar heb en het bos door de bomen zie, vind ik het zonder meer een kolossale eer om bent te mogen kennen, en sloof ik my graag uit om hem nooit ten laste te zyn, maar zelf het maximale te putten uit onze schaarse entretiens.
ik wilde een studie maken over het azteekse monster 'pazuzu', en moest daarvoor in het louvre zyn. eens daarbuiten liet ik bent verstaan, in de lichstad te zyn gearriveerd. hy verzocht my spoedig om naar de rue de faubourg te komen, in de staminee chez jeanette. zeker de meest wakkere, kleurryke, vinnige straat van parys, althans anno zomer (eind augustus) 2008. de zon is weldadig, alle smalle deuren staan zo wyd mogelyk open, het is markt, de kasseienweg helt zwaar naar beneden.
hier onze babbel, die een klein uurtje duurde, zo minutieus het my gegeven is, diezelfde dag nog maar dan 's nachts, weêr in het duistere antwerpengrad (zy het wel in de schaduw van myn schitterende bibliotheek alhier
vrijdag 27 juni 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten