zondag 26 april 2009

COLUMN

o irony; nauwelyks één maand nadat ik wegging by gazet van antwerpen, schryf ik dan toch weêr een wekelykse column; voor hetzelfde bedrag, en zelfs opnief met zondagnacht als deadline... het leespubliek is kleiner, maar de artistieke vryheid 100x groter en spontaner...

vanavond ging de kop eraf: 


OPDRINGERIGE STADSDICHTERS

van een ongelooflijk surrealisme is het reglement van antwerpens meest prachtige plantentuin, die in de leopoldstraat: die gaat namelijk iedere dag om 18u stipt op slot. dus juist wanneer wij gedaan hebben met ons werk! zodat dit park alleen maar van nut is voor werklozen... terwijl zo'n plantsoen wel erg nodig is in antwerpen. elders op adem komen, is niet meer mogelijk, alleen al doordat onze stadsdichters het landschap overplakken met een haast geniale opdringerigheid.

het begon al meteen met tom lanoye, die er niks beters op vond dan onze kbc-toren in te pakken met een banier met daarop in reuzenblokletters "zie mij staan!" doordat het kbc-logo daar precies bovenop stond, leek dit niet meer dan een reclameslogan. het muurgedicht van ramsey nasr niet ver naast café zeppos oogt iets meer bescheiden, maar tot dusver komt het er toch op neer dat onze stadsdichters ons hun poëzie in de maag splitsen, niet minder. hoe nog meditatief door de stad te flaneren? ik dacht dat dichters er juist waren voor wat verstilling, niet voor nog meer blaten en schreeuwen.

hoewel joke van leeuwen zich charmant van haar taak kwijt, kan ik het niet helpen: pas door de vandalen die erop tekeergingen onlangs, won haar lange, beroemde muurgedicht in de voetgangerstunnel aan betekenis. gehele lappen poëzie zien er nu met nadruk verminkt uit, en daardoor melancholisch, verscheurd middenin hun zoekende woorden en letters. al gaat mijn persoonlijke voorkeur nog steeds uit naar het tweehonderd meters lange gedicht van antwerpens provo-dichter herman j. claeys, op onze muur langs de schelde. dat gedicht is veertig jaar oud en geraakt verslenst, al zouden een schamele honderd euro's volstaan om dit meesterwerk te redden voor ons nageslacht. mijnheer heylen?