KEMPISCHE KERSTMIRAKELS
Wij Willen Wél Een Feestbus!!
Goed vier jaar geleden, zaterdag 25 december van het jaar onzes Heren 2010, reed ik, een klein halfuurtje na de middernachtmis in de Antwerpse Sint-Willibrordus-Kerk, mijn Renault Megane uit de garage, niet voor de lol, maar wel omdat mijn toen pasgeboren dochtertje Molly de slaap niet kon vatten - tenzij op de achterbank van een zachtjes ronkende station-wagen; een verwende gewoonte, die er bij haar reeds toén helemaal zat ingebakken. De bedoeling was om de geheiligde dennenwouden van de Kempen op te zoeken, meer bepaald die van het schitterende gehucht Vosselaar, waar mijn Pa en mijn Ma wonen. Ik dacht:"Ik drink daar een Glühwein, en dan maak ik weer rechtsomkeert; heen én terug staat dat zelfs 's nachts toch garant voor een goed uurtje voortbollen."
Het door Jezus Van Nazareth getekende gesternte besliste evenwel anders, mijn dochter was echt héél erg rusteloos, en daarom moest ik, eens ter hoogte van de Konijnenberg, nog meer en méér blijven gasgeven. Op goed geluk ontvouwde zich daar een adembenemend mooie route voor mijn twee ogen, langs onze meest bijzonder stukjes Kempische oernatuur; van de Boskant en Tielendijk naar Dongenbos en de Hoge Rielen. Eens ik echter, zonder dat dit op voorhand gepland was, à negentig kilometers per uur het Albertkanaal overstak, werd dit verhaal ietwat grimmiger. De Kempenaar begrijpt het; de Limburgers zijn wel tof, zeker wanneer ze ons met hun grote borden opzij van de weg zo enthousiast "welkom" heten, maar 's nachts ben je daar weinig verloren! Ik prevelde hardop tot het Christusfiguurtje, dat ijverig aan mijn achteruitkijkspiegel hing te bungelen:"Here Jezus, ons lot is in Uw handen vannacht."
Rond halftwee 's nachts passeerde ik Genk en daarna arriveerde ik in de kleine maar zeer wonderlijke gemeente genaamd Lutselus. Hoewel de wanhoop mij nader stond dan het hardop lachen, werd ik gelijktijdig toch een zekere opluchting gewaar, omdat ik nooit écht had geloofd in het bestaan van een gemeente met de naam Lutselus - maar nu zag ik het met mijn eigen oogkassen - Lutselus bestaat! (Maar: niét in de Kempen.)
Vlamingen die hun geschiedenis kennen, voelen dit aankomen: juist toen ik, precies wanneer Molly eindelijk in slaap viel, de prachtige Regina Paciskerk van Lutselus passeerde, begon dit bouwvallige maar hoogvereerde bouwwerk ineens, zo zag ik, te daveren in zijn grondvesten, en ziedaar: precies voor mijn twee onverschrokken oogbollen zag ik het zelf gebeuren, hoe deze prachtkerk voor 95% in mekaar begon te zakken - net op Kerstavond, hoe kon dit?
Met Jozef en Maria als mijn getuigen, sprak ik ogenblikkelijk hardop het oprechte voornemen uit, om nooit van mijn leven ooit nog met Kerstmis, maar ook niet met nieuwjaar of met Pasen, de auto te nemen - maar ziedaar: vorige week, met de Kerstavond van 2013, nam ik, tezamen met mijn gezinnetje en ook mijn Grootmoeder, de trein van Antwerpen naar Turnhout: totdat daar, precies tussen Lier en mijn eindbestemming, m.a.w. precies ter hoogte van Nijlen, een gigantische kastanjeboom op de rails neerstortte, zo aangeblazen door Jahwe's opnieuw met de Kerst op ons afgestuurde storm…
Met oudjaar deze week, o lezers, zou ik, zo was het althans plan, als internationaal Nachtburgemeester de bus dan maar nemen, maar - ziedaar: de feestbussen van Mol, Geel en Willebroek zijn afgeschaft. Wat nu? Te voet van mijn Nonkels naar mijn Tantes en weer terug? Maar wat, o lezers, van De Streekkrant, wat als ik dan klokslag om twaalf uur 's nachts, druk doende ben met langs de grachten van Mol Donk te strompelen? Zo kàn je toch geen goed jaar inzetten??
Geen opmerkingen:
Een reactie posten