BOETES VOOR DIESELS
Het is zover; vandaag, als een voortijds Sinterklaas-cadeau, lag het langgevreesde kattebelletje dus ook in mijn brievenbus: de plechtige stadsbrief betreffende, o lezers, de invoering van de zogenaamde "lage emissiezone"; de maatregelen die Antwerpen treft, om het gebruik van al te vervuilende Dieselwagens tegen te gaan. Dat ik met tegenzin op die brief zat te wachten, is eigenlijk raar. Als overbuurman van de Schijnpoort, bewoon ik zonder overdrijven een van de meest groezelige buurten van de gehele wereld. Dat mijn nederige woonst wordt omgord door zogeheten "parken", baat weinig. Park Noord telt dan ook maar zéér weinig bomen of struiken, da's eigenlijk een grasvlakte zonder meer, en Park Oost is, laat ons wel wezen, één betonnen plateau, voor het woord "park" een belediging. Dus: het fijn stof kleeft hier bij me thuis tegen de ruiten; waarom dan niet juichen, als 't Stad zijn ecologische verantwoordelijkheid opneemt?
Het plan bestaat eruit, om de Diesel geleidelijk aan volledig uit het stadsbeeld te weren. Daar zou een zéér eenvoudige strategie voor bestaan: autofabrikanten zouden ertoe verplicht moeten worden, hun Diesel-productie op menselijke wijze, stap voor stap, af te bouwen; om binnen pakweg twee, drie jaar nog alleen maar Naftbakken klaar te stomen. De Diesels die vandaag nog op straat rijden, zouden voortbollen tot ze van slijtage uiteenvielen; en voilà, nog voor mijn kinderen naar de middelbare school gaan, zou er geen énkele Diesel meer bestaan!! Einde van dat probleem!! Maar: waarom gebeurt dat niet? Ik ken er niks van, maar dit is hier wel evident: dat onze politici ten overstaan van 's werelds reusachtigste industriële ondernemingen niks, maar dan ook helemaal niks, nada, nihil, nul, zero en nougabollen te reutemeteuten hebben. Parlementen, stadsraden en gemeentevergaderingen zijn derhalve een vermakelijke praatbarak, met de invloed van een gemiddelde dichtbundel. Als de industriëlen denken:"Wij blijven Diesels produceren," dan valt daar NIKS tegen in te brengen.
Aan wie kunnen de politici hun wil dan wél opleggen? Aan de bevolking, het voetvolk, Jan met de Pet. Die zich kromwerkt in de schaduw van alsmaar aangroeiende belastingen, in een labyrint van verbodstekens. Een pààr honderdtal Sinjoren met een Diesel, namelijk de erg rijken, die zullen nu meteen, van de ene dag op de andere, hun Diesel inruilen voor iets anders. Maar jij en ik, die drie jaar geleden nog, niets vermoedend, met onze laatste, bijeengeschraapte centen een Diesel kochten, niet bij machte om die nu zomaar weg te doen, wij zullen nu voortaan jaarlijks een extra belasting moeten zien te betalen, 350 euro jaarlijks nog eens erbij. Kortom: wat zich glorierijk aan ons presenteerde als een strijd voor betere lucht, draait in de praktijk alleen maar uit op het enige dat ze daarboven kunnen verzinnen voor ons: nog meer belastingen. Nog meer. Nog meer. Nog meer...


























Geen opmerkingen:
Een reactie posten