vorige week zaterdag tezamen met vyftienduizend andere dappere sinjoren naar de grote markt afgezakt, teneinde nu eindelyk eens, met gods wil, de sint eens in het écht te mogen zien. en ja, dat werd een onvergetelyk gebeuren! al schynt er my, hier ofte daar, enige constructieve detailkritiek denkbaar.
ten eerste was dit volgende zeer jammer: eens van zyn prachtige stoomboot aan land geklauterd, begeeft de sint zich naar het stadhuis - dat is een goed idee, je kan niet ééuwig aan boord blyven staan wuiven; doch waarom legt hy die afstand te voét af? voor de tweeduizend kinderen die op de eerste, de tweede ofte de derde ry staan te camperen, is het plezier erg groot wanneer hy daar, na twee uur wachten, eindelyk passeert, maar voor de achtduizend andere kindjes is het enorm frustrerend; omdat ze hem totààl niet kunnen zien, zelfs niet het puntje van zyn hoge myter. en dit is géén futiliteit. hoewel in oorsprong een katholiek feest van vrede en vreugde, nam ik overal rond my kleine schermutselingen gewaar, tussen mama's en papa's die het niet meer aankonden. "hey, duwt zo eens niet!!" "sorry maar myn dochtertje staat hier al twee uurs te wachten - en gy kruipt voor!" "uw kind is acht of negen! dat gelooft niet meer in de sint!" "myn kind is drié jaar!" et cetera. inderdaad zéker niet zo hevig als in maassluis, waar de anti-zwarte-pieten-brigade met traangas uiteen moest worden gedreven, maar de sfeer was toch voos. onderwyl de praktische oplossing zo naby scheen; waarom zetten ze sinterklaas niet eenvoudigweg op een zeer hoge, zeer grote, zeer gouden troon, die, in zyn geheel, ook nog eens bovenop een gigantische koets zou pronken? een constructie waarin de vlaming zyn vak toch zou moeten verstaan, met zyn eeuwenoude traditie van stoeten, processies, bedevaarten en ommegangen? of, als zo'n koets teveel is gevraagd, zet hem dan toch tenminste bovenop zyn schimmel - de ironie wilde, dat die schimmel zelfs present was; doch: in plaats van onze sint te dràgen, stond dit goede dier, slecht-weêr-vandaag, hem ook zélf aan het stadhuis op te wachten. dit grenst aan het debiele.
de volgende, tweede en tevens laatste bemerking is wellicht meer een kwestie van smaak. reeds twee uurs voordat de sint arriveert, speelt, op de markt, de ketnet-band een gehele resem sinterklaasliedjes, en die doet dat steengoed; maar: op dàt moment is het publiek nog wat verstrooid, verdeeld, half slenterend, op zoek naar een plekje. eens de echte sint in het balkon verschynt, staan àlle tienduizend kinderen verenigd aan zyn voeten, één en al aandacht voor zyn verhaal. voor kleuters bleek zyn speech iétsje te complex, hoewel dat er nog nét meê door kon; maar: nà die speech, had de sint al die kinderen toch moeten oproepen, nog 'ns één keer de stem te verheffen? "Zie ginds komt de stoomboot", "Dag Sinterklaasje", "Sinterklaasje Bonne Bonne Bonne"; hoe schoon zou dat zyn geweest: om daar en dan, àl onze mini-sinjoortjes als uit één keel te hebben mogen horen zingen en brullen, allen tezamen in de maat, uit het diepste van hun collectieve kinderziel! hoe kunnen ze dit over het hoofd hebben gezien, voor my echt dé gemiste kans van het jaar!
1 opmerking:
Ginder gaat de boot-stoom
Fabelen van vroeger onderuit.
In een wereld veranderd qua karakter
Tragikomisch in een tweeakter.
Voor en na de pauze -een totaal verschil
Gerijpte voeten in schoenen met een
nieuwe snit. Terugdenken aan draagt bij
aan gestaag doorgaan. Zie, de bijna volle
Maan schijnt vanuit hoogte op de bomen
In jeugdigere uitvoering van jezelf maakte
die gekke bal al deel uit van. Strálende boei
Tot zover het cadeautje. Ben Sinterklaas niet
Uwes
Een reactie posten