woensdag 8 juli 2020

alternatieve feiten

(22 juli doe ik een soort inleiding tot de film "purple rain" in het rivierenhof...)

1. maar die manager, bob cavallo (zie: blog van gisteren), wilde niet worden ontslagen, doordat ie aan zyn grondwater gewaarwerd dat prince nog ver zou springen. anders had ie er ook niet al zoveel tyd en geld en energie in gestoken. cavallo had ook zelf het talent, in de jaren 60 “the shadows” reeds bekend gemaakt hebbende, al had ie met de filmindustrie totaal geen ervaring. ja, hy regelde wel meê de muziekscore voor een film van woody allen, “what’s up tiger lily”, alsook voor een film van coppola, “you’re a big boy now.” maar dat was alles.

2. op geen enkel front was er iemand te vinden die er een halve dollar voor over had om een prince-film te supporten, ook niet by warner bros zelf. prince’s management en prince zelf legden uit eigen zak 500.000 dollar byeen, daarmeê zouden ze een film beginnen te maken, in de hoop dat ze, terwyl ze er al meê bezig waren, alsnog enige mensen geïnteresseerd zouden krygen. dat was dus een totale sprong in het donker, met erg veel risico.

3. gezocht werd naar een scenarist die iets zou kunnen uitwerken op basis van de notities van prince. aan die notities van prince moest erg veel veranderen; byvoorbeeld: in prince’ zijn oorspronkelijke versie zou alles dat in de film gebeurde, op het einde uiteindelyk alleen maar een droom hebben gebleken - hét nulpunt voor iedere verhaalvertelling!!

4. men kwam terecht by michael blinn. dat prince later in zyn songschryven zo erg geobsedeerd zou blyken door het thema van de africaanse slaverny stemt mooi overeen met het gegeven dat deze michael blinn de auteur is van de kitscherige tv-serie over slaverny getiteld “roots”. nu op dit moment, in 1983, was ie druk bezig met de serie “the kids from fame”, gebaseerd op de langspeelfilm “fame”.

5. michael blinn kwam speciaal vanuit los angeles naar minneapolis, om met prince te vergaderen in een taverne. prince dronk op die vergadering appelsiensap en at een spaghetti. maar hy zei bijna niks. daarna werd er tot driemaal toe een vergadering belegd, maar elke keer liet prince het op de valreep afweten. de vierde keer was er toch een meeting en gingen ze tezamen naar de cinema. na twintig minuten stond prince recht, en zonder iets te zeggen maakte hy zich uit de voeten. toen zei michael blinn: “ik stop ermeê, voor dit soort gedoe is myn leven te kort.” hy vloog terug naar los angeles.

6. toen belde prince hem op, om aan te dringen om toch maar weêr naar minneapolis terug te komen. michael blinn gaf toe en liet zyn eerste draft van het scenario zien. de manager bob cavallo dacht by zichzelf: dat script is niet zo heel erg goed, maar de regisseur zal het sowieso nog helemaal aanpassen.” probleem was dat ze totaal nergens een regisseur konden vinden. in hollywood was er niemand die zelfs maar van het bestaan van prince afwist.

7. via via kwamen ze terecht by een pas afgestudeerde monteur, dus niet eens een regisseur maar een monteur, albert magnoli. de regisseur voor wie die magnoli vaak werkte, had het script als eerste gezien en vond het te slecht om iets meê te maken te willen hebben, maar albert magnoli was een prince-fan en die wilde er doodgraag meê aan de slag. 

8. magnoli kon zichzelf de job by bob cavallo aanbabbelen, doordat ie hem in geuren en kleuren kon uitleggen hoe de film moest beginnen; dat gaat dus over de eerste zeven minuten van de film “purple rain”, dus over de song “let’s go crazy”, tydens welke stomende operette de gehele setting en alle personages worden geïntroduceerd, aan de hand van een zeer flitsende montage, die met nadruk is afgekeken van de voorlaatste scène uit “the godfather”, de zogenaamde “doop-sequentie”, waarin een kerkelyk dooptafereel systematisch wordt afgewisseld met beelden van een bloederige afrekening binnen de maffia,  alles aaneengebonden met één zwaar dreunend orgelgeluid…

9. helemaal op het einde van “let’s go crazy” kryg je een paar seconden lang een montage van beelden die telkens maar een fractie van een kwart-seconde voortduren, dus uiterst flashy; dit was het enige waarvan albert magnoli op voorhand wist dat ie dat zéker voor mekaâr zou krijgen, omdat hy zojuist op dàt soort montages was afgestudeerd.

10. terwyl magnoli en prince dan toch met elkaâr in de boot stapten, slaagde bob cavallo erin om een beetje geld los te krygen, namelyk by de muziekafdeling van warner bros. die gaven hem 2 miljoen om te beginnen; dat was geen cadeau, maar een voorschot op prince zyn royalties. voor warner bros dus geen gok, want met de drie hitsingles van prince tot dusver, kwamen die royalties wel aan een voorspelbaar tempo binnen. wat er dus eigenlyk plaatsgreep was dat prince bereid was zich in de schulden te werken.

hier niet prince zelf, maar een stand-in-acteur, die in de loop van de
opnames werd ontslagen omdat hy off the record slechte dingen had gezegd over de film...

Geen opmerkingen: