maandag 19 oktober 2020

gast-auteur

HET GEVAAR LOERT IN MOMBASA

van onze correspondent in de jungle robertus baeken

Geïnspireerd door een beroemd ontdekkingsreiziger besluit onze held een in Afrika vermiste landgenote op te sporen. In Mombasa komt hij in contact met de Swahilisprekende Duvel die hem met zijn veertigkoppige expeditie zal vergezellen door de jungle. Onderweg slaan de dragers aan het muiten en tot overmaat van ramp worden hij en Duvel door kannibalen gevangen genomen. In hun dorp aangekomen, blijkt de verdwenen landgenote daar aan het hoofd te staan.

aflevering 42 

Hollywood, 16 juni 1930


De film met Johnny Weissmuller volledig ingeblikt. Vermits er in Cyril Humes scenario geen skelet voorkwam, was John A. Mitchell eraan voor zijn moeite. Oscar Van Kleuts gebeente onbruikbaar. Zelfs eerder nog een last dan een aanwinst. Met de indroevige gedachte dat diens gebleekte botten nu gauw door alle hongerige straathonden van Nairobi tot het merg zouden worden afgekloven, bracht hij ze naar een museum, gespecialiseerd in Afrikaanse maskers en ebbenhouten beeldhouwwerken, vlak achter de hoek van zijn hotel. Als hij het op voorhand had geweten, had hij nog een hoop dollars aan zijn moeite kunnen overhouden. Want tot zijn grote verbazing gooide de museumdirecteur onmiddellijk zijn armen in de hoogte, meer dan dolblij met wat hij noemde ‘deze gratis aanwinst’. In de hoofdzaal had de man nog een lege vitrinekast waar het skelet op aanwijzing van de genummerde schetsen precies in paste, tenminste als hij het afgesneden hoofd wat gekneld tussen romp en rechter ellenboog mocht leggen. Ook voor het artefact had hij een apart kijkkastje. Hij zou het door twee Britse in wetenschappelijke kringen zeer bekende historici laten onderzoeken.


Over één passage in Van Kleuts logboek kon regisseur W. S. Van Dyke het wel met Cyril Hume eens zijn om het scenario aan te passen. Namelijk waar de inlanders weigerden de woest stromende rivier over te steken. In zijn film liet hij die bende in schaamlapjes geklede dragers van een naar goud zoekende engerd op eendere paniekerige wijze de handen in de lucht gooien: ‘Sukkeluuland taboe! Sukkeluuland taboe!’

   Verder beperkte W. S. Van Dyke zich louter tot Duvels gemelijk ‘Sukkeluu’s aan mijn laars!’ Daarna liet hij dat Samsonnetje met zijn korte eindje en brede smoel de andere oever van de rivier bereiken. Voor Tarzan het moment om half rumjoelend, half jodelend aan een familie olifanten het bevel te geven hun trompetten in de hoogte te steken en in luide paniek te toeteren. Het startsein om die engerd met bolle ogen en schreeuwende smoel daar in dat hoge grasland, zoals die Bijbelse held op spectaculair gedetailleerde wijze onder hun talloze omvallende, metersdikke zuilen van poten, te vermorzelen. 





Geen opmerkingen: