tussen de bedryven door ook nog steeds op dat gedicht "takkenbossen" aan het kauwen. dat gaat over heel wat méér uren per week dan jullie zouden willen bevroeden. de reflex zit er zéér diep ingebakken. als ik de woonkamer uit wandel, waar myn huisgenoten natuurlyk wel recht hebben op myn stille zwygzaamheid, begin ik steeds diréct, eens de deur uit, myn rymen weêr te declameren, onderwyl ik de trappen bewandel. onderwyl ik de afwasmachine leêghaal, onderwyl ik naar de nachtwinkel stap.
en toch gaat dit krankzinnig trààg vooruit. ik ben my, middenin diverse regels, waarop ik dan aldoor varieer, dàgenlang aan het mispakken geweest aan het woord "hart". "hart", dat is eigenlyk een byna onbruikbaar woord. in een tezamenstelling met, iets eerder in je regel, "donker goud en fonkelend zwart", daar zou je wél kunnen zeggen "dronkemanshart" - maar: er kan in dit gedicht geen dronkeman opduiken, toch zeker niet in die vroege regels al, misschien wel ergens veel verder verderop, wanneer ik beschryf hoe iemand om vier uur snachts met een rosse baard in de regen struikelend een kroeg uit tuimelt...
het probleem is die te hard moetende worden aangeblazen medeklinker "h".
byvoorbeeld: "myn hart"...
die aanblazing van die "h", na "myn", vergt zoveel energie, dat de klank die daarop volgt, "art", veel te bruusk stopt.
ook "hel" is zo'n quasi onbruikbaar woord... "hemel" gaat vanzelf; dààr volgen er op die aanblazing twéé lettergrepen. al geheel myn leven als dichter bots ik op de onbruikbaarheid van het woord "hel". myn wereldberoemde gedicht "het lied van de knekelman" eindigt wel met "dan leer je leviteren in de muzikale hel", maar live op een podium moet je na het woord "muzikale" dan eerst een belachelyk langdurige pauze inlassen...
dus: op de zeer lange duur dat "hart" dan maar geschrapt, al schryvende. heel vroeger stond er: "herkauwt dit oud zingende hart,"- willend verwyzen naar helene swarth, die "het zingende hart van nederland" werd genoemd. in plaats daarvan probeer ik nu het woord "muziek-instrument" eens uit - een totààl maar dan ook totààl andere wereld in, zodus.; "herkauwt als vanouds, al byna dement, myn ziekelyke muziek-instrument / het zeer oude zeer / keer op keer", et cetera.
pas op: de eerste acht regels, dear fans, zyn wél echt helemaal klaar - en, ja: dié zyn er voor de eeuwigheid. dus: wat is twee maanden doorwerken op een zestigtal woorden - in het licht van de eeuwigheid, die ze daarmeê cadeau krygen?
zalig zyn in myn achtertuin vannacht uw takkenbossen.
uw druipende kruinen die, dra, my verlossen.
en uw vleuglen, die in de regen roeren
teneinde, naar my toe, u te kunnen vervoeren.
van eender wat ik doe komt spyt
maar morgen ben ik alles kwyt.
en in dié diep indringende smart
in fonkelend goud en donkerzwart
opflakkerend vuur ieder uur
herkauwt als vanouds -dement - ziekelyke muziekinstrument- dit zeer oude zeer keer op keer - - -
neen, verderop eveneens, weten zich daar reeds een paar goddelyke regels quasi voltooid;
door klavers die naar papaver smaken
kruipt als een slang door haar koortsige laken
gy weêr één keer langs myn knarsende natte daken.
aanhoor dit geblaêderte bruisen!
laat straks als een dakgoot
maar dan scharlakenrood en groots
myn aad'ren bruisen.
lazarus uw kus
bespeelt vele violen
vanuit diepe riolen -
Geen opmerkingen:
Een reactie posten