dinsdag 10 september 2024

gast-auteur

VERZUCHTINGEN

door Robert Baeken

52.
Amper tien minuten later lag hij bekaf in een weinig comfortabele houding met het voorhoofd tegen de houten bovenrand van de canapé. Daar Mathilde zich tegen de geringste beweging verzette, geraakte hij pas na veel moeite overeind. Paul betastte zijn voorhoofd.
   ‘Oei, wat zie jij eruit! Wacht, ik haal een zalfje!’ Mathilde schikte haar rok weer in de plooi en verdween. Tegen dat ze terugkwam, had hij het geld op tafel gelegd. Vóór het tellen begon, vroeg ze hem de buil dichterbij te brengen. Door het zachtjes inwrijven van een koele vloeistof, leek ze iets voort te zetten wat voor haar part misschien te vroeg was afgebroken. Zoveel zorg voor een kleinigheid had hij van Vanessa sinds lang niet meer gekregen. Hij wendde zich abrupt af en keek naar de biljetten.
   ‘Gezien? Samen zestienhonderd!’
   Voor één keer had Mathilde minder aandacht voor het geld. Zij schoof het achter het Mariabeeldje op de schoorsteenmantel.
   Nu hoefde hij er enkel nog vandoor te gaan. Maar zo had zij het niet begrepen. Ze sloeg haar armen om zijn nek. ‘Zeg me: wat is er Paul?’
   ‘Ik denk aan Vanessa. Wat we deden is niet fair.’
   Daarmee wekte hij haar ergernis. ‘Zoals zij jou behandelt is ook niet fair! Waarom is ze niet meegekomen?’
   ‘Zij ging met Lotte naar een tuinfeest.’
   Dat ze deze verklaring verdacht vond, drong hem verder in de hoek.
   ‘Daar zou een belangrijke relatie komen bij wie ze voor mij zou solliciteren.’
   Mathilde lachte hem vierkant uit.
   Hoewel hij haar dit pleziertje gunde, moest hem toch iets van ‘t hart. ‘Goed, laten we aannemen dat Vanessa me bedriegt.’ Hij wachtte tot zij bedaarde en gaf plots die giftige steek, waar hij algauw spijt van kreeg. ‘Dan is dit nog geen reden om, zoals jij, de pest aan haar te hebben!’ Toen hij zag hoe ze schrok, beging hij, ondanks de bedoeling zijn aantijging af te zwakken, een tweede flater. ‘Of ben je jaloers?’
   Nu was het zijn beurt om te schrikken. Zoals zij haar arm oprichtte, lag het voor de hand om er in wip vandoor te gaan. Bij de voordeur hoefde hij enkel de sleutel om te draaien. Niets zo makkelijk. Maar toen hij bemerkte dat Mathilde in haar eentje was achtergebleven, werd niets zo moeilijk. Hij was haar nog iets verschuldigd.
   Zijdelings liggend met ingetrokken benen trof hij haar op de canapé; haar hoofd bewegingloos en de ogen wijd open, of ze in een lege verte staarden. Er kon van alles in haar gaande zijn, maar het meest vreesde hij verdriet. Naast alles wat zij in haar leven had doorgemaakt, - zoals het vroege verlies van haar echtgenoot, - waren zijn tegenslagen een peulschil.
   Zacht streek hij over haar voorhoofd. ‘Lieve Mathilde, het spijt me!’ Meer kreeg hij niet over de lippen.

(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: