maandag 9 september 2024

gast-auteur

VERZUCHTINGEN

door Robert Baeken

51.
Daarmee stelde hij Paul voor het probleem weer in z’n eentje met een krolse Mathilde geconfronteerd te zullen worden. Hoewel hij nog twee straten te gaan had, drong zich meteen de vraag op hoe haar aan te pakken. Om niet een tweede keer vernederd te worden, riep hij zich onderweg de antieke prent voor de geest van een zwaarlijvige molenaarsvrouw, copulerend met een vrachtrijder. Beter dan de onberispelijk gladde naaktmodellen in de Lui, bleek zij in staat hem op te winden.
   Toen hij er arriveerde, kwam Mathilde net naar buiten. In haar hand blonk een draaistang, nodig om de markies neer te laten. Na zijn uitleg waarvoor hij gekomen was, vertelde hij met pretoogjes over de ontmoeting met haar vader. Weer zag Paul de op straat nageroepen oude zich met korte pasjes rond zijn eigen as draaien. Daar het lachwekkende ervan uitsluitend in het visuele lag, bootste hij hem na. Hoewel hij het uitproestte, vond Mathilde het minder grappig.
   ‘Kom binnen!’ In de winkel draaide zij de deur op slot. ‘Vandaag heb ik mijn sluitingsdag, - weet je wel.’
   Om te verhinderen dat het initiatief weer van haar zou komen, legde hij direct zijn hand op haar deels ontblote schouder. Want niets was gênanter dan het zien van een vrouw, vernederd door haar moed of domheid.
   ‘Hola, wat gebeurt er?’ Mathilde giechelde.
   ‘Het geld kan wachten!’ In de woonkamer drukte hij haar achterover op de canapé. Na het opgooien van haar rok kwam hij bij haar slipje dat vanwege haar omvang respectabele afmetingen had. Door haar zitvlak op te lichten, hielp zij hem het over haar vetkussentjes naar beneden te trekken.
   ‘Oei, je zet er wel vaart achter,’ giechelde ze.
   ‘Zie, nu lijken we helemaal op Doré’s beroemde prent van de molenaarsvrouw en de vrachtrijder. Nee? Nooit gezien?’ Misschien was het goed dat Mathilde die ets niet kende: zij zou nooit begrijpen wat er aan de twee ontklede dikbuiken, die het tussen een hoge hoop volle meelzakken niet makkelijk hadden, zo opwindend was. Terwijl hij, door haar benen op zijn schouders te leggen, de vrachtrijder nabootste, bleven zijn ogen gevestigd op de buik van de molenaarsvrouw. Juist dit obscene gaf hem de kick, nodig opdat het dit keer wel met haar zou lukken. Bevrijd van knellende kleren was de kwetsbaarheid van de opgerichte roede enkel schijn.

(WORDT VERVOLGD...)

Geen opmerkingen: